Rapportbrief: Defensie voldoet eindelijk aan zorgplicht en biedt oplossing voor psychisch beschadigde veteraan

Rapport

Op 15 januari 2016 werd de Veteranenombudsman telefonisch benaderd door de heer A. (verder: verzoeker) uit Arnhem met een klacht over het Ministerie van Defensie. Verzoeker werd in 2006 met een luchtmobiel infanterie bataljon uitgezonden naar Afghanistan en heeft daar veel vuurgevechten meegemaakt. Eind 2006 komt verzoeker weer thuis en dan gaat het naar zijn zeggen mis. Verzoeker woont samen met zijn vriendin in een koopwoning in Purmerend. Vervolgens raakt hij in de knel met zichzelf en er volgt een periode van veel drank, harddrugs en agressief gedrag. De situatie escaleert en zijn vriendin verlaat hem. De koopwoning van verzoeker wordt noodgedwongen verkocht met een forse restschuld.

Verzoeker klaagt erover dat hij in de periode van december 2007 tot en met maart 2016 minimaal vijf (her)beoordelingen voor een Militair Invaliditeitspensioen heeft moeten ondergaan en dat hij na negen jaar nog steeds geen duidelijkheid heeft over zijn medische eindtoestand ten aanzien van zijn psychische klachten. Na de opening van het klachtonderzoek door de Veteranenombudsman én het zorginhoudelijke onderzoek van de Inspectie Militaire Gezondheidszorg is de minister van Defensie gekomen tot een ambtshalve toekenning van een medische eindtoestand voor verzoeker. Met deze toekenning vond verzoeker eindelijk rust om zijn leven verder op te bouwen.

Instantie: Minister van Defensie

Klacht:

in de periode van december 2007 tot en met maart 2016 vijf (her)beoordelingen voor een Militair Invaliditeitspensioen moeten ondergaan.

Oordeel:

Geen oordeel

Instantie: Minister van Defensie

Klacht:

na negen jaar nog steeds geen duidelijkheid over verzoekers medische eindtoestand ten aanzien van zijn psychische klachten.

Oordeel:

Geen oordeel