2017/118 Ministerie van Buitenlandse Zaken moet communicatie beter afstemmen op de situatie en persoon

Rapport

Hugo* van dertien heeft al zijn hele leven een Nederlands paspoort. Hij woont samen met zijn Tsjechische moeder in Tsjechië. Met zijn Nederlandse vader heeft hij goed contact. Omdat zij samen op reis willen gaan vragen zij een nieuw paspoort voor Hugo aan. Dan gaan bij de ambassade ineens de alarmbellen rinkelen. Is de jongen wel Nederlander? De ambassade deelt de twijfels die hierover bestaan niet met Hugo en zijn ouders. In plaats daarvan krijgt Hugo na ongeveer een half jaar een brief, waarin staat dat hij geen Nederlander is en dat ook nooit is geweest. Dat hij drie keer een Nederlands paspoort heeft gekregen, was een foutje. Hij moet zijn laatste paspoort binnen veertien dagen inleveren. Doet hij dat niet, dan wordt hij opgenomen in het Register Paspoortsignaleringen.

Hugo's vader dient een klacht in bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij klaagt daarbij over het gebrek aan communicatie en het onpersoonlijke handelen. Het is net of de overheid er niet bij stilstaat dat het hier om een kind van vlees en bloed gaat.

De Nationale ombudsman vindt dat het Ministerie te weinig gevolgen verbindt aan het feit dat maar liefst drie keer een Nederlands paspoort aan Hugo is afgegeven. Daarnaast lijkt het Ministerie het belang van goede communicatie niet in te zien. Hugo en zijn ouders worden uitsluitend schriftelijk en pas een half jaar na het ontstaan van de eerste twijfels geïnformeerd over het feit dat hij geen Nederlander zou zijn. Bovendien wordt ook in de klachtprocedure geen persoonlijk contact opgenomen. Dat terwijl, zoals Hugo's vader ook heeft aangegeven, een mondelinge toelichting naast een schriftelijke boodschap grote toegevoegde waarde heeft.

De Nationale ombudsman acht de klachten gegrond, vanwege schending van de behoorlijkheidsvereisten van coulante opstelling, goede informatieverstrekking en luisteren naar de burger, alsmede schending van artikel 3, 12 en 8 van het IVRK.

* Gefingeerde naam.

Instantie: Ministerie van Buitenlandse Zaken

Klacht:

Indruk gewekt dat Hugo de Nederlandse nationaliteit heeft, door hem een Nederlands paspoort te verstrekken. Gebrek aan communicatie en onpersoonlijke handelen

Oordeel:

Gegrond