Verzoekster is niet tevreden met de wijze van onderzoek en het advies van de Commissie Ongewenst Gedrag van het Ministerie van Defensie (hierna: COG) aangaande haar klacht. Ook is zij het oneens met het door de Directeur van het betrokken onderdeel van het Ministerie van Defensie overeenkomstig het advies van de COG ongegrond verklaren van haar klacht.
Een belangrijk onderdeel van de klacht was dat de direct leidinggevende van verzoekster en vier door haar opgevoerde getuigen niet door de COG zijn gehoord. Tijdens het onderzoek zijn deze alsnog gehoord met het doel zo volledig mogelijk duidelijkheid over de al dan niet gedane verklaringen te verkrijgen. Hiervan heeft de Nationale ombudsman met instemming kennisgenomen. De Nationale ombudsman vindt het belangrijk dat waar mogelijk maximaal moet worden ingezet op 'waarheidsvinding'.