Luc (niet de echte naam) is 14 jaar en heeft in korte tijd veel meegemaakt. De eerste klacht gaat over de samenwerking tussen verschillende partijen toen hij uit huis geplaatst werd. Omdat hij soms agressief was, zou hij naar de crisisopvang gaan. Jeugdbescherming (JB) vroeg aan de politie om Luc thuis op te halen. De politie heeft hem gefouilleerd en in het politiebusje gezet. Maar het duurde heel lang voordat de medewerkers van JB en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) ter plekke waren. Al met al zat Luc daardoor vijf uur vast in het politiebusje. De ombudsmannen vinden het onbegrijpelijk dat dit heeft kunnen gebeuren. Een goede samenwerking tussen alle partijen had dit kunnen voorkomen. Ook is dit in strijd met verschillende rechten van Luc. Zoals het recht dat zijn belang altijd voorop staat (artikel 3), het recht om gehoord te worden (artikel 12) en het recht om niet zomaar van zijn vrijheid beroofd te worden (artikel 37). De politie en JB hadden steeds met elkaar moeten afwegen of het busje (nog) wel de beste plek was voor Luc. Zij hadden daarbij de mening van Luc moeten meenemen.
De tweede klacht gaat over de samenwerking tussen de RvdK en JB bij een aanvraag aan de rechter. Na een incident in de crisisopvang was Luc daar niet meer welkom. De RvdK deed toen een spoedaanvraag voor plaatsing in een instelling voor gesloten jeugdzorg. In die aanvraag is onjuiste en onvolledige informatie over Luc terechtgekomen. De instanties vertrouwden op de ander wat betreft de juistheid van de informatie. Betere samenwerking en afstemming had dit kunnen voorkomen. De instanties hadden moeten checken of deze informatie juist was. Zeker bij zo'n belangrijke beslissing als een plaatsing in een gesloten instelling. Ook hier is in strijd met het Kinderrechtenverdrag gehandeld. De belangen van Luc stonden niet voorop en er is niet voor gezorgd dat alle relevante en juiste informatie beschikbaar was om het beste besluit voor Luc te nemen (artikel 3). Ook hebben de instanties Luc en zijn ouders niet gehoord over een belangrijke beslissing voor Luc.
De ombudsmannen vinden dat allebei de klachten gegrond zijn.
Verbeterpunten
De instanties hebben inmiddels maatregelen ingevoerd om herhaling van zo'n situatie te voorkomen. De ombudsmannen zijn blij met deze verbeteringen. Tegelijk zien ze nog wel verbeterpunten:
- De politie mag nooit alleen naar het huis van een jongere gaan als het gaat om een jeugdzorgzaak. De politie kan JB wel ter plekke assisteren.
- Er is een procedure die regelt wanneer de politie ingezet kan worden door JB en hoe dat dan moet worden geregeld. Deze procedure is volgens de ombudsmannen echter onvoldoende bekend bij alle instanties. Dat moet beter. Er zou bovendien een landelijke regeling hierover moeten komen.
- De werkwijze van de RvdK waarbij een melding die onjuist of incompleet is, niet meer in het systeem blijft staan moet landelijk ingevoerd worden. Dat voorkomt fouten.