De Nationale ombudsman besloot in 2021 om aandacht te besteden aan de financiële problemen van verschillende groepen sociale minima. Het onderzoek naar statushouders is het eerste in deze reeks. Verder onderzoekt hij de (financiële) problemen van jongeren met een beperking en jongeren tot 21 jaar in de bijstand.
Dit onderzoek brengt in kaart welke knelpunten statushouders en/of hun begeleiders in de praktijk ervaren. En waardoor zij onder het bestaansminimum terechtkomen of dreigen te komen.
Statushouders lopen een hoog risico om langdurig financieel in de knel te komen. Dit heeft meerdere oorzaken. Ten eerste is er een aantal individuele factoren met een negatieve invloed op de financiële situatie en zelfredzaamheid van statushouders. Statushouders hebben bijvoorbeeld (nog) weinig kennis van de Nederlandse taal en vaak geen financiële buffer.
Uit het onderzoek volgen verder de volgende financiële knelpunten:
- Financiële begeleiding en ontzorgen
Goede begeleiding is noodzakelijk voor statushouders. Dat verschilt nu sterk per gemeente. Niet alle statushouders ontvangen de begeleiding die zij nodig hebben. Het nieuwe inburgeringsstelsel ontzorgt statushouders, maar levert gemeenten ook nieuwe zorgen op.
- Ketenproblematiek
Statushouders hebben te maken met veel verschillende overheidsinstanties. Als deze onderling niet goed samenwerken, resulteert dit in financiële problemen. De overdracht van informatie van het COA naar de gemeente en de samenwerking met de uitvoeringsinstanties kan beter.
- Administratieve werkelijkheid sluit niet aan bij leefsituatie statushouders
Ook statushouders die wél professionele begeleiding ontvangen, komen financieel in de knel. Dit komt doordat wet- en regelgeving en voorzieningen niet aansluiten bij de leefsituatie van statushouders. En doordat werken niet lonend is en de noodzakelijke extra kosten van statushouders niet volledig worden vergoed. Ook ontbreekt een laagdrempelig aanspreekpunt of loket.
Aanbevelingen
De Nationale ombudsman roept de betrokken partijen op om de knelpunten (gezamenlijk) op te lossen en doet de volgende aanbevelingen:
- Zorg voor goede financiële begeleiding.
- Los de nu al bekende knelpunten bij de begeleiding door gemeenten (‘ontzorgen’) op.
- Verbeter de samenwerking in de keten.
- Laat de administratieve werkelijkheid van de overheid beter aansluiten bij de leefsituatie van statushouders.
Vervolg
De Nationale ombudsman wacht de reacties op de aanbevelingen af en blijft de financiële situatie van statushouders rond het sociaal minimum monitoren.
Ook gesproken met gemeente Nijmegen
Op pagina 11 van het rapport staat in paragraaf 1.4 (Aanpak) abusievelijk niet vermeld dat de Nationale ombudsman ook heeft gesproken met de gemeente Nijmegen.