De Veteranenombudsman ontvangt regelmatig klachten over de noodopvang voor veteranen en heeft er onderzoek naar gedaan. Veteranen kunnen als gevolg van hun uitzending blijvend lichamelijke en/of psychische klachten (vooral PTSS) oplopen. Soms kunnen zij daardoor voor een korte of langere tijd niet meer in hun eigen huis blijven en hebben zij dringend een andere plek nodig. Als zij daarvoor dan bij het ministerie van Defensie of het Nederlands Veteraneninstituut aankloppen krijgen zij niet altijd de hulp die ze dan nodig hebben.
Informatie over de opvangmogelijkheden is niet te vinden en het is niet duidelijk welke instantie hierin de regie heeft. Hulpverzoeken van derden (zoals van buren of dienstmaten) worden niet opgepakt. Verder lijkt er sprake te zijn van wachttijden en ontbreekt het aan opvangplekken die langer dan twee weken beschikbaar zijn. Tot slot vindt de ombudsman het niet juist dat er in het aanbod van hulp onderscheid wordt gemaakt tussen veteranen met en zonder erkende dienstverbandaandoening.
De Veteranenombudsman heeft in zijn rapport een aantal aanbevelingen gedaan om de hierboven genoemde knelpunten aan te pakken. In het najaar van 2022 gaat de ombudsman opnieuw met de betrokken instanties in gesprek om te bekijken in hoeverre de aanbevelingen zijn opgepakt.