In dit rapport delen de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman vier verhalen over jongeren die in een (deels) gesloten instelling 18 jaar worden. Vanaf dat moment kunnen deze jongeren geen gebruik meer maken van de (jeugdhulp-) voorzieningen die ze tot dan toe gebruikten. Dat leidt al jaren tot problemen. Met deze verhalen laten de ombudsmannen zien waar het mis gaat, maar vooral ook waar mogelijke oplossingen liggen.
Bij deze kinderen ontbreekt vaak een goede en tijdige voorbereiding op meerderjarigheid. Al met al komt het daardoor vaak niet tot het realiseren van de meest basale randvoorwaarden voor een goed zelfstandig bestaan als kinderen 18 jaar worden, zoals huisvesting, een uitkering, een zorgverzekering en een opleiding. Bovendien staan ze er voor hun gevoel alleen voor. Daarnaast wordt er op een aantal punten niet voldaan aan de behoorlijkheidsbeginselen en kinderrechten. Het op een respectvolle en serieuze manier betrekken en informeren van kinderen en hun ouders, het bieden van adequate zorg en ondersteuning aan gezinnen en het toepassen van maatwerk om tot een passende oplossing te komen, lijkt niet altijd aan de orde te zijn. Ook kan de vraag gesteld worden of er telkens sprake is van goede besluitvorming waarbij kinderen om hun mening gevraagd worden, de belangen van het kind een primaire overweging zijn en hun toekomstperspectief voldoende in ogenschouw genomen wordt.
Deze tekortkomingen moeten voorkomen worden. De ombudsmannen bekijken in individuele gevallen steeds opnieuw op welke manier zij ouders en kinderen verder kunnen helpen. Daarnaast zullen zij zich met de andere partners binnen de coalitie Samen Verder buigen over de casusoverstijgende issues zodat benodigde hulp, zorg en begeleiding in de praktijk op passende wijze voortgezet en geboden kan worden ook na het 18e jaar.