Nadat een echtpaar in hun nieuwe woning is gaan wonen, ontstaan er problemen met hun buurvrouw. Naar aanleiding van een incident gaat een eenheid van de noodhulp van de politie naar de woning van de buurvrouw om de situatie te de-escaleren. Het echtpaar is ontevreden over de manier waarop de betrokken politieagenten daarbij hebben opgetreden. Zij dienden hierover een klacht in bij de politie.
De politie behandelde de klachten van het echtpaar en vroeg hiervoor advies aan de klachtenadviescommissie van de politie. De klachtenadviescommissie adviseerde de politie om de klachten ongegrond te verklaren en de politie nam dit advies over. Het echtpaar was het niet eens met deze beslissing van de politie. Ook was het echtpaar niet tevreden over de manier waarop de klachtenadviescommissie van de politie de klachten heeft behandeld. Daarom wendde het echtpaar zich tot de Nationale ombudsman.
De klacht
Het echtpaar klaagde er bij de Nationale ombudsman over dat de betrokken politiemedewerkers tegenover hen en in de klachtenprocedure niet eerlijk zijn geweest over wat er is gebeurd toen de politiemedewerkers bij de buurvrouw waren. De vrouw zegt dat de zoon van de buurvrouw op enig moment in de tuin van hun buurvrouw stond en dat hij haar vanuit die tuin bedreigde. Zij zag en hoorde dat een politieagent de zoon naar binnen riep. De betrokken politieagenten zeggen dat het niet zo is gegaan. De politie heeft wisselend verklaard over de vraag of de zoon wel of niet buiten is geweest. Verder zeiden de betrokken politieagenten dat zij de zoon niet binnen naar binnen hebben geroepen.
Ook klaagde het echtpaar over de reactie van de politie op hun verzoek om bij hen langs te komen als zij bij de buurvrouw vertrokken. De politieagenten zijn niet bij hen langs gegaan, maar hebben het echtpaar gebeld toen zij terug waren op het politiebureau. Tot slot klaagde het echtpaar over de manier waarop de klachtencommissie hun klachten heeft behandeld.
Het oordeel
Op basis van zijn onderzoek acht de Nationale ombudsman het waarschijnlijk dat het bij het optreden van de politie zo is gegaan als het echtpaar zegt. De ombudsman komt dan ook tot de conclusie dat de politie niet eenduidig en zorgvuldig heeft verklaard over wat er bij haar optreden is gebeurd. De ombudsman beoordeelt het optreden van de politie daarom als onprofessioneel.
De ombudsman vindt verder dat de politie in eerste instantie niet goed heeft gereageerd op het verzoek van het echtpaar om bij hen langs te komen. Maar de politie heeft dat hersteld door het echtpaar te bellen.
De ombudsman heeft de manier waarop de klachtencommissie de klachten heeft behandeld getoetst aan de normen van professionele klachtbehandeling. De ombudsman is van oordeel dat de klachtencommissie de klachten van het echtpaar onvoldoende heeft herkend. De ombudsman verwacht van de klachtencommissie dat zij zich op basis van de stukken en het gesprek met een burger zelfstandig een beeld vormt van een klacht. Als dat nodig is, moet zij die burger daar nadere vragen over stellen. De klachtencommissie heeft dat bij het echtpaar niet gedaan, terwijl daar wel aanleiding voor was.
