Een man klaagt erover dat de politie hem op 27 januari 2017 staande hield. De man reed in een nieuwe Mercedes in Amsterdam-Zuid. De politie voerde op dat moment een kentekencontrole uit en de man werd staande gehouden. Zijn documenten bleken in orde te zijn. De politie ging redelijk snel weer weg, omdat zij een melding ontvingen waarop zij actie moesten nemen. De man bleef met een naar gevoel achter. Volgens hem was er geen enkele reden geweest om hem staande te houden. Hij is er dan ook van overtuigd dat er sprake is van etnisch profileren. De Nationale ombudsman vindt niet dat er sprake is geweest van etnisch profileren. De politie reed achter de auto van de man. Om die reden hadden ze niet kunnen zien wie er achter het stuur zat. En had het uiterlijk van de man dus geen rol kunnen spelen bij de beslissing om de man staande te houden. De klacht is dan ook niet gegrond. |
2019/047 Politie Amsterdam houdt man in leaseauto staande om hem te controleren op geldig rijbewijs
2019/047
Instantie: Politie Amsterdam
Klacht:
verzoeker op 27 januari 2017 staande gehouden.
Oordeel:
Niet gegrond