Op een avond in september 2015 zit verzoeker in zijn geparkeerde auto. Dan volgt een controle door politieambtenaren. De controle maakt veel indruk op verzoeker. Verzoeker vindt dat hij door de jonge politieagenten op een onaangename en onjuiste wijze wordt aangesproken en behandeld. Er komt ook nog een motoragent bij die verzoeker op dwingende en gebiedende toon sommeert de kofferbak te openen waarna deze wordt gecontroleerd. Voor verzoeker voelt het als een heel beangstigend toneelstuk.
De ombudsman is van oordeel dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat de huidskleur van verzoeker een rol heeft gespeeld bij de beslissing om over te gaan tot een proactieve controle.
De ombudsman komt echter op basis van het onderzoek wel tot de conclusie dat de schijn van discriminatie niet is vermeden. Verzoeker is tijdens de controle niet netjes bejegend. De politieambtenaren hebben verzoeker niet gegroet en hebben hem niet uitgelegd waarom hij werd gecontroleerd, ook niet toen hij daarnaar vroeg. Verzoeker moest zijn papieren laten zien en hij kreeg opdracht om zijn kofferbak te openen. Deze doorzoeking van de kofferbak was, bij nader inzien ook volgens de politiechef, niet behoorlijk.
Uit de reactie van de politiechef blijkt dat de politie in de afgelopen periode veel aandacht heeft besteed aan activiteiten om etnisch profileren te voorkomen. Zo is er een handelingskader opgesteld voor proactieve controles. Dit kader helpt politiemedewerkers om burgers beter uit te leggen waarom zij worden gecontroleerd en heeft als doel om minder burgers onnodig te controleren. Een correcte bejegening en uitleggen waarom je controleert, zijn twee van de belangrijke principes. Juist daaraan had het in deze zaak ontbroken.
De ombudsman vindt dat de klachtenprocedure niet professioneel is verlopen. De klacht van verzoeker is niet op de juiste plek terecht komen en niet op de juiste manier behandeld. Verzoeker heeft geen duidelijke informatie gekregen over de klachtprocedure en is niet op de hoogte gehouden van de stappen die in de klachtprocedure zijn genomen. Afspraken met verzoeker zijn niet nagekomen en er zijn verkeerde verwachtingen gewekt.
In het rapport verwijst de ombudsman naar de in maart 2018 door de ombudsman uitgebrachte 'Ombudsvisie op professionele klachtbehandeling. Daarin zijn onder meer vuistregels geformuleerd om de doelen van professionele klachtbehandeling te behalen.
De klacht is gegrond wegens:
- schending van het vereiste dat grondrechten moeten worden gerespecteerd;
- schending van het vereiste van professionaliteit.