Verzoekers zijn de ouders van Janne en Jeroen (gefingeerde namen). Janne bezocht een reguliere basisschool in Utrecht. Deze school heeft in juli 2015, nadat de dochter van verzoekers drie weken niet op school was gekomen, een signaal afgegeven aan de leerplichtambtenaar in Utrecht. Sindsdien was er veelvuldig contact tussen de leerplichtambtenaar, de ouders, de school en het Samenwerkingsverband Utrecht PO. Eind april 2016 mailde de leerplichtambtenaar aan de ouders dat hij ''consult had gezocht'' bij Samen Veilig over zijn zorgen over de ontwikkeling van hun dochter. Zoals hij ook in een gesprek met de ouders had aangegeven, maakte hij zich zorgen over het uitblijven van de schoolgang en de manier waarop de ouders het contact voerden met scholen en samenwerkende instanties.
Het gezin is eind april 2016 naar Gouda verhuisd.In verband met de verhuizing van het gezin werd het dossier van Janne overgedragen. De leerplichtambtenaar Utrecht heeft eind augustus 2016 contact opgenomen met de leerplichtambtenaar Gouda. Hij vernam toen dat Janne en haar broertje niet naar school gingen. Het werd hem duidelijk dat er door de leerplichtambtenaar Gouda een vrijstelling aan de dochter was verleend tot 31 december 2016.Op 1 september 2016 heeft de leerplichtambtenaar Utrecht een zorgmelding bij Veilig Thuis gedaan.
Verzoekers klagen erover dat een leerplichtambtenaar van de gemeente Utrecht een zorgmelding over hun kinderen bij Veilig Thuis heeft gedaan. Zij stellen dat de bewuste leerplichtambtenaar op dat moment geen zicht meer had op de situatie van hun kinderen.
Iedereen mag een zorgmelding doen. Een leerplichtambtenaar mag vanuit zijn eigen beoordeling als professional een zorgmelding doen. De signaleringsfunctie van een leerplichtambtenaar in deze is ruim. Er hoeft – voordat de zorgmelding wordt gedaan – geen volledig feitenonderzoek plaats te vinden.
Bij de leerplichtambtenaar bestonden reeds geruime tijd zorgen over de ontwikkeling van Janne, omdat zij sinds juni 2015 niet meer naar school ging. Na de verhuizing van het gezin naar Gouda, heeft de leerplichtambtenaar contact opgenomen met de nieuwe leerplichtambtenaar en bij haar informatie ingewonnen. Hij vernam dat zowel Janne als Jeroen niet naar school gingen. Hierdoor had hij zicht op de situatie van de kinderen.
De Nationale ombudsman acht het begrijpelijk en ook professioneel dat de leerplichtambtenaar de situatie door deskundigen wilde laten beoordelen en daarom een melding bij Veilig Thuis heeft gedaan. Het is vervolgens aan Veilig Thuis om de zorgmelding nader te onderzoeken.
De Nationale ombudsman kan zich wel voorstellen dat het voor de ouders verwarrend is geweest dat er een zorgmelding is gedaan. De nieuwe leerplichtambtenaar had immers een vrijstelling tot het einde van het jaar voor de dochter verleend en de ouders dachten dat zij hierover afspraken hadden gemaakt met de nieuwe leerplichtambtenaar. Deze verwarring had mogelijk voorkomen kunnen worden als de voormalige leerplichtambtenaar de melding voorafgaand aan het indienen bij Veilig Thuis met de ouders had besproken en hen hierover nader had geïnformeerd.
Het redelijkheidsvereiste houdt in dat overheidsinstanties de verschillende belangen tegen elkaar afwegen en dat de uitkomst hiervan niet onredelijk is – niet gegrond.