2018/011 Gemeente Nijmegen informeert niet juist over plannen rondom de verondieping van de Zandse plas

Rapport

De heer Vaartjes* woont sinds 2014 in Lent. Daar wil hij graag zijn droom verwezenlijken; een stuk land kopen en daarop een huis bouwen. In juni 2016 wordt bekend dat er bouwkavels aan de Zandse plas in de Waalsprong te koop worden aangeboden door de gemeente Nijmegen.

De heer Vaartjes informeert bij een medewerkster van de gemeente of er vervuild slib wordt teruggebracht in de Zandse plas. Daarop krijgt hij te horen dat de gemeente nimmer van plan is geweest vervuild slib te gebruiken. De heer Vaartjes blijft twijfels houden, ook omdat hij een artikel heeft gelezen waarin staat dat de gemeente wel van plan is om vervuilde grond te gebruiken. Hij stelt hierover een vraag aan de gemeente en krijgt dan in eerste instantie te horen dat gemeente niets kan toevoegen aan het eerder gegeven antwoord. Later laat de gemeente aan de heer Vaartjes weten dat de gemeente een positief besluit van het waterschap heeft ontvangen omtrent de vaststelling van de Nota Bodembeheer. En dat deze nota het kader is waarbinnen Nijmegen haar plannen voor het verondiepen moet maken.

De gemeente nodigt de heer Vaartjes en enkele andere aspirant kopers uiteindelijk uit voor een gesprek. Daarin wordt door de gemeente een toelichting gegeven op het verondiepen, de kwaliteit van de grond die daarvoor gebruikt wordt en de Nota Bodembeheer. Er is toen verteld dat er slib gestort wordt van klasse B: licht verontreinigd, industrieel slib.

De heer Vaartjes klaagt over de wijze waarop de gemeente Nijmegen hem in de periode begin oktober 2016 tot medio december 2016 heeft geïnformeerd over de verondieping van de Zandse plas en de aard van het slib dat de gemeente daarvoor wilde gebruiken.

De heer Vaartjes had hierover vragen gesteld aan de gemeente met het oog op een te kopen bouwkavel nabij de Zandse plas.

De Nationale ombudsman vindt het belangrijk dat de overheid zich in haar handelen rekenschap geeft van het perspectief van de burger. Van de gemeente had in dit geval verwacht mogen worden dat bij de heer Vaartjes was nagegaan wat hij onder vervuild slib verstond. Dan had de gemeente direct duidelijkheid kunnen scheppen. De gemeente heeft nagelaten deze vraag te stellen.

Door aan de heer Vaartjes te antwoorden dat de gemeente nimmer van plan is geweest vervuild slib te gebruiken en daarbij te vermelden dat de grond in de plassen moest voldoen aan de eisen die het waterschap en de provincie daaraan stellen, heeft de gemeente gekozen voor een juridische insteek. Bij de beantwoording heeft de gemeente onvoldoende rekening gehouden met hoe de heer Vaartjes dit antwoord zou opvatten en welke conclusies hij daaruit zou trekken.

Dat de gemeente van plan was om slib van klasse B baggerspecie en klasse Industriegrond te gebruiken voor het verondiepen, was bij de gemeente bekend vanaf de publicatie van de ontwerp-Nota Bodembeheer eind juni 2016. De gemeente heeft deze informatie pas tijdens de bijeenkomst van 12 december 2016 verstrekt.

De Nationale ombudsman constateert dat het op de weg van de gemeente had gelegen deze informatie in een eerder stadium en uit zichzelf actief te verstrekken aan de heer Vaartjes.

vereiste van goede informatieverstrekking - gegrond

* Gefingeerde naam

Instantie: Gemeente Nijmegen

Klacht:

wijze waarop verzoek in de periode begin oktober 2016 tot medio december 2016 is geïnformeerd over de verondieping van de Zandse plas en de aard van het slib dat de gemeente daarvoor wilde gebruiken

Oordeel:

Gegrond