2017/037 Politie Midden-Nederland betreedt terecht woning zonder toestemming van de afwezige bewoner

Rapport

Verzoeker werd vanwege een heupoperatie opgenomen in een ziekenhuis waarna hij aansluitend ging revalideren. Na een periode van een maand keerde hij terug naar zijn huurwoning. Bij aankomst zag verzoeker dat de voordeur van zijn woning was vernield. Bij de voordeur hing een mededeling van de politie dat hij de sleutels van het nieuwe slot op het politiebureau kon komen afhalen. Op het politiebureau kreeg verzoeker te horen dat buren eerder bij de politie hun zorgen hadden geuit over zijn afwezigheid. Nadat verzoeker met de nieuwe sleutels die hij op het politiebureau had gekregen thuis de deur opende, zag hij dat de vloeren van zijn woning onder het afval en de glassplinters lagen. Naar aanleiding van de hiervoor beschreven gebeurtenissen diende verzoeker een klacht in bij de politie eenheid Midden-Nederland.

Verzoeker klaagde erover dat de politie onrechtmatig zijn woning had betreden.

De Nationale ombudsman was van oordeel de politieambtenaren voldoende informatie hadden verzameld op basis waarvan de hulpofficier van justitie een afgewogen beslissing zou kunnen nemen. Het samenstel van de door hen gevonden feiten en omstandigheden leverde naar het oordeel van de Nationale ombudsman voldoende plusjes op om een inbreuk op het huisrecht van verzoeker te kunnen rechtvaardigen.

Alles overziend was de Nationale ombudsman, gesteld dat er wel aan de vormvoorschriften van de Awbi zou zijn voldaan, van oordeel dat de betrokken politieambtenaren niet hadden gehandeld in strijd met het vereiste dat grondrechten moeten worden gerespecteerd, in dit geval het huisrecht.

Instantie: Politiechef regionale eenheid Midden-Nederland

Klacht:

op 9 oktober 2014 onrechtmatig verzoekers woning betreden

Oordeel:

Niet gegrond