Gerechtsdeurwaarderskantoor De Klerk & Vis heeft beslag gelegd op de bankrekening van verzoeker. Door het bankbeslag houdt verzoeker die maand 100 euro over om van te leven. Hierdoor komt hij financieel in de problemen. Na het bankbeslag heeft verzoeker telefonisch contact opgenomen met de gerechtsdeurwaarder. De gemachtigde van verzoeker heeft de deurwaarder verzocht om het bankbeslag terug te draaien, omdat verzoeker hierdoor een inkomen onder de voor hem geldende beslagvrije voet overhoudt. De deurwaarder geeft aan dat de beslagvrije voet niet geldt bij beslag op de bankrekening en ziet geen aanleiding om het bankbeslag terug te draaien.
De gemachtigde van verzoeker klaagt erover dat de deurwaarder de beslagvrije voet niet wilt toepassen bij beslag op de bankrekening.
De Nationale ombudsman constateert dat verzoeker niet heeft gereageerd op eerdere correspondentie over de vordering en heeft nagelaten zijn inkomsten door te geven. Het verzoek van de gemachtigde van verzoeker om het bankbeslag terug te draaien is niet met bewijsstukken onderbouwd. Ook constateert de Nationale ombudsman dat de deurwaarder zich in de correspondentie met de gemachtigde van verzoeker heeft opgesteld. Omdat de precieze inhoud van het telefoongesprek tussen verzoeker en de deurwaarder niet meer te achter halen is, laat de Nationale ombudsman zich niet uit over de vraag, of de deurwaarder op dat moment voldoende heeft gedaan. De Nationale ombudsman onthoudt zich om die reden van het geven van een oordeel over de klacht van verzoeker. Wel ziet hij aanleiding om zich in algemene zin uit te laten over bankbeslag.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat gerechtsdeurwaarders bij het leggen van bankbeslag een bijzondere zorgplicht hebben. Hij acht hierbij dan in ieder geval van belang dat voor de deurwaarder kenbaar moet zijn dat sprake is van een financiële noodsituatie. De beslagene zal bij de deurwaarder kenbaar moeten maken dat hij in een financiële noodsituatie is komen te verkeren. De deurwaarder moet de schuldenaar dan in de gelegenheid stellen om dit door middel van relevante stukken aan te tonen. Indien de schuldenaar de financiële noodsituatie, naar het oordeel van de deurwaarder, voldoende aannemelijk heeft gemaakt dient de deurwaarder passende maatregelen te treffen.