2016/091 Politie Limburg gebruikt buitenproportioneel geweld bij aanhouding

Rapport

Een jongeman van achttien jaar klaagt erover dat hij 's nachts met te veel geweld is aangehouden door de politie. Hij zag die nacht nadat hij zijn brommer had volgetankt bij het wegrijden van het tankstation een politiebusje rijden. Hij kreeg het in zijn hoofd om wat capriolen uit te halen; hij maakte enkele wheelies op zijn brommer, stak zijn middelvinger op naar de politie en schreeuwde daar wat bij.

De politie verklaarde aanvankelijk niet op de provocaties in te zijn gegaan. Maar toen de jongeman

door de wegafzetting reed van de wegwerkzaamheden en wist te ontkomen aan de verkeersregelaar die hem vastpakte om hem tegen te houden, besluiten ze hem toch aan te houden op het tankstation waarheen hij te voet vluchtte. Wat er verder gebeurt tijdens de aanhouding door de vier politieambtenaren is vastgelegd op camerabeelden. De jongeman wordt in zijn vlucht gestuit doordat hij een beenveeg krijgt van een van de agenten. De jongeman komt ten val en blijft zich ook daarna verzetten.

De Nationale ombudsman oordeelt op grond van de camerabeelden en de afgelegde verklaringen van alle betrokkenen dat voor wat betreft het vastpakken, het naar de grond brengen en het op de grond houden van de man de politie op juiste gronden dit geweld heeft ingezet, en dat dit geweld blijft binnen de grenzen van behoorlijk gebruik. De stelling van de advocaat dat de man zich op enig moment wilde overgeven acht de ombudsman op grond van zijn onderzoek overigens niet aannemelijk.

Voor wat betreft het geweld dat de politie heeft gebruikt om de jongeman de handboeien om te leggen, namelijk door met een vuist op het achterhoofd van de man te slaan om zijn verzet te breken, oordeelt de ombudsman dat daarmee de grens van het behoorlijke is overschreden. In beginsel is deze vorm van geweld niet toegestaan. Evenmin waren er omstandigheden die een uitzondering hierop rechtvaardigen. Dit onderdeel van de klacht acht de ombudsman gegrond wegens strijd met het vereiste dat grondrechten, in dit geval het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam moeten worden gerespecteerd.

Instantie: Regionale politie-eenheid Limburg

Klacht:

vastpakken, naar de grond brengen en het op de grond houden van verzoeker

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regionale politie-eenheid Limburg

Klacht:

slaan met de vuist op het achterhoofd van verzoeker

Oordeel:

Gegrond