Verzoeker is in 1998 gaan werken bij de Koninklijke Landmacht en is in zijn diensttijd ook uitgezonden geweest naar Kosovo en Bosnië. Hij was korporaal 1e klasse toen hij zich op 11 oktober 2006 bij zijn werkgever had ziek gemeld. Deze ziekmelding lag kort voor 1 januari 2007, de einddatum van zijn contract bij Defensie. Verzoeker klaagt erover dat hij in de periode na zijn ziekmelding geen verzuimbegeleiding van zijn werkgever heeft ontvangen. Later werd hij na het volgen van een bezwaarprocedure wel met terugwerkende kracht blijvend ongeschikt bevonden voor de dienst. Dat leidde toen ook tot een periode van doorbetaling van zijn bezoldiging. Na afloop van die periode kreeg hij echter geen arbeidsongeschiktheidsuitkering toegekend. Daarnaast ontving verzoeker ook geen begeleiding in het kader van zijn re-integratie.
In reactie op de klacht erkent de Minister van Defensie dat de klacht over het te laat opstarten van de verzuimbegeleiding gegrond is. Voor de periode daarna is de Minister van mening dat er op haar geen verplichting rust omdat dit deels als eigen verantwoordelijkheid wordt beschouwd (aanvragen uitkering) en deels omdat verzoekers ziekte volgens de werkgever geen verband hield met zijn uitzending. De minister is van mening dat het daarom geen taak van Defensie was om deze veteraan te ondersteunen bij re-integratie. De Veteranenombudsman deelt dit standpunt niet en is van oordeel dat de Minister niet heeft voldaan aan de bijzondere zorgplicht die zij op grond van de Veteranenwet ten aanzien van veteranen heeft. Onder die zorgplicht wordt in ieder geval ook verstaan het verstrekken van informatie over én het verlenen van hulp bij het aanvragen van een uitkering. Ook het actief begeleiden naar een passende baan binnen of buiten Defensie wordt hiertoe gerekend.
Voor zijn loondoorbetaling wegens ziekte na het aflopen van zijn contract moest verzoeker eerst een bezwaarprocedure doorlopen. De door hem zelf ingediende aanvraag voor een Militair invaliditeitspensioen (MIP) in 2009 is afgewezen, het in verband hiermee ingestelde beroep is momenteel nog aanhangig bij de Centrale Raad van Beroep. De Veteranenombudsman is van oordeel dat verzoeker na het einde van zijn contract niet de steun heeft gekregen die hij als veteraan van zijn voormalige werkgever had mogen verwachten.
Vereiste van maatwerk: gegrond
De Minister van Defensie heeft als aanbeveling gekregen verzoeker uit te nodigen voor een gesprek waarin kan worden besproken op welke wijze zijn vertrouwen in de Defensieorganisatie kan worden hersteld.