Betrokkene heeft over 2011, 2012 en 2013 kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen aangevraagd.
Betrokkene klaagt erover dat de invorderingsambtenaar van de gemeente Lelystad zijn verzoek om kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen niet inhoudelijk in behandeling heeft genomen, omdat het verzoek niet is ingediend binnen een termijn van acht maanden na dagtekening van de aanslag.
De (landelijke geldende) wet bevat geen zogenaamde fatale termijn voor het indienen van een verzoek om kwijtschelding en biedt voor lokale overheden evenmin de mogelijkheid om een dergelijke termijn in te stellen. Het is ook nadrukkelijk nimmer de bedoeling van de wetgever geweest dat een dergelijke termijn wordt ingesteld, buiten de bepaling dat nadat er al is betaald nog drie maanden na de laatste betaling kwijtschelding kan worden aangevraagd.
Het is een vereiste van behoorlijk overheidsoptreden dat de overheid binnen het wettelijk kader en eerlijk en oprecht handelt, doet wat zij zegt en gevolg geeft aan rechterlijke uitspraken. Dit impliceert dat overheidsinstanties geen formele belemmeringen opwerpen voor bijvoorbeeld het indienen van een kwijtscheldingsverzoek van (gemeentelijke) belastingen, als daarvoor geen wettelijke ruimte is gegeven en zeker indien deze in strijd zijn met de uitdrukkelijke bedoelingen van de wetgever.
De Nationale ombudsman heeft er met instemming kennis van genomen dat door de gemeente is toegezegd de aanvraag alsnog in behandeling te nemen. De Nationale ombudsman geeft de invorderingsambtenaar en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente in overweging om een juiste handelwijze in de organisatie te implementeren, in die zin dat bij een aanslag kan worden verzocht om een aanvraag om kwijtschelding binnen een bepaalde termijn in te dienen, maar dat overschrijding van deze termijn er niet toe leidt dat een aanvraag niet meer inhoudelijk in behandeling wordt genomen.