Over de verwerving van dienstauto's bij (onder meer) Defensie werden, eind 2011, signalen ontvangen die leidden tot een uitgebreid onderzoek door een speciaal daarvoor aangestelde commissie. Dat onderzoek betrof ook de rol van de heer Smit, een medewerker van Defensie.
Nadat het onderzoek door de commissie was afgerond diende de heer Smit een klacht in bij Defensie, onder meer over het rapport van de commissie. Die klacht leidde tot een tweede onderzoek, door prof. N., en hiervan werd in een zeer uitgebreide rapportage verslag gedaan.
Bij de Nationale ombudsman klaagde de heer Smit er vervolgens over dat zijn klacht over onderzoek en rapport van de commissie niet volledig en met onvoldoende hoor en wederhoor was behandeld, dit omdat Defensie tijdens het tweede onderzoek aan prof. N. geen inzage had gegeven in een aantal staatsgeheime/personeelsvertrouwelijke documenten.
De Nationale ombudsman vond moeilijk in te zien dat het oordeel van prof. N. anders had kunnen uitvallen als hij wel de beschikking had gehad over deze stukken. Het ging om informatie die eigenlijk niets meer zou kunnen toevoegen. Prof. N. had ook al aangegeven dat hij prima zonder deze stukken had gekund. Dat Defensie prof. N. niet alle stukken ter beschikking stelde maakte niet dat zijn onderzoek tekortschoot.
Om die reden acht de Nationale ombudsman de gedraging van Defensie behoorlijk.
