Aan het einde van een uitgaansavond werd verzoeker en zijn vrienden door de politie op straat aangesproken omdat zij overlast zouden veroorzaken. Toen een van de agenten uit de auto stapte, rende verzoeker weg. Hij liep een doodlopende straat in. Collega's van de politieambtenaar die verzoeker aansprak, hebben verzoeker daar uiteindelijk aangehouden. Daarbij is volgens verzoeker door de politie geweld gebruikt. Hij zou vuistslagen in zijn gezicht hebben gekregen, op het moment dat hij al geboeid was. Verzoeker klaagde over dit geweld gebruik.
Verzoeker had eerder al aangifte gedaan tegen de politieambtenaar die hem zou hebben geslagen. De aangifte werd geseponeerd. Het beklag dat verzoeker op grond van artikel 12 Wetboek van Strafvordering instelde tegen het sepot werd afgewezen. Het onderzoek van de Nationale ombudsman heeft geen nieuwe of aanvullende informatie opgeleverd die maakte dat de ombudsman nog een oordeel kon geven over de zaak.
Verzoeker klaagde tevens over het feit dat hij was geboeid.