Verzoeker is voorzitter van een Gemeenschapshuis. Hij was aanwezig in het Gemeenschapshuis en zag een BOA van de gemeente Nuth op de parkeerplaats van het Gemeenschapshuis, die foto's aan het maken was van een textielcontainer, die op de parkeerplaats stond. Verzoeker vroeg de BOA wat hij aan het doen was, waarop de BOA had geantwoord dat hij een foto aan het maken was van een vermoedelijk strafbaar feit. Een nadere toelichting bleef uit en de BOA ging door met fotograferen.
Verzoeker klaagde erover dat de BOA een controle heeft uitgevoerd op het particuliere terrein van het Gemeenschapshuis, waarbij hij zonder toestemming het terrein heeft betreden en foto's aan het maken was van een kledingcontainer.
De BOA was bezig met een onderzoek naar textielcontainers binnen de gemeente, vanwege het vermoeden dat met ingezameld textiel door textielverwerkingsbedrijven fraude werd gepleegd. Ingevolge de circulaire BOA en de Wet Milieubeheer was de BOA bevoegd tot het handhaven van de Afvalstoffenverordening. Gelet op de betekenis van afvalstoffen, zoals omschreven in de Wet Milieubeheer, is er - in tegenstelling tot hetgeen verzoeker stelt - wel sprake van afval.
Voor de BOA was het van belang om te weten van wie de container was om te bepalen of hiervoor een inzamelvergunning nodig was, en zo ja, of deze was afgegeven. Hij deed daartoe onderzoek op de parkeerplaats van het Gemeenschapshuis. De BOA mocht de bevoegdheden uit de Wet Economische Delicten toepassen, hetgeen betekent dat hij de parkeerplaats van het Gemeenschapshuis mocht betreden zonder daartoe toestemming te hebben gekregen. Ook was de BOA bevoegd om foto's van de container te maken.
Het vereiste van integriteit is niet geschonden.
De klacht over de bejegening acht de Nationale ombudsman wel gegrond.