Verzoeker vraagt bij de Belastingdienst over een aantal jaren teruggaaf van energiebelasting voor zijn garageboxen, op grond van de regeling 'meerdere onroerende zaken achter één aansluiting'.
De Belastingdienst wijst dat verzoek af omdat de garageboxen naar zijn mening gezien moeten worden als een samenstel en daardoor als één onroerende zaak. Bedoelde regeling is dan niet van toepassing. Ook vindt de Belastingdienst dat geen sprake is van een verblijfsfunctie en dat daarom ook nooit meer dan de lage teruggaaf aan de orde zou kunnen zijn.
Verzoeker is het hiermee niet eens en legt de kwestie voor aan de Nationale ombudsman; die kan zich in dit geval uitlaten over de beslissing van de Belastingdienst, omdat geen bezwaar en beroep openstaan.
Verzoeker vindt dat sprake is van meerdere onroerende zaken. Ook is hij van mening dat wél sprake is van een verblijfsfunctie. Daarom zou de Belastingdienst hem voor alle zeven boxen die in zijn bezit zijn een teruggaaf moeten verlenen voor het hoge bedrag.
De Nationale ombudsman vraagt de Waarderingskamer om een reactie en deze komt tot de conclusie dat de Woz-vaststelling door de gemeente als leidend heeft te gelden. Op basis hiervan komt de Belastingdienst terug op het standpunt dat sprake is van een samenstel; er wordt nu vanuit gegaan dat wél sprake is van meerdere onroerende zaken achter één aansluiting. Dat betekent dat de regeling waarop verzoeker een beroep doet wel van toepassing is op zijn situatie. Hiermee kan de Nationale ombudsman instemmen.
Het standpunt van de Belastingdienst dat geen sprake is van een verblijfsfunctie en dat daarom alleen de lage teruggaaf van toepassing is kan de Nationale ombudsman volgen. Verder stelt hij vast dat verzoeker, gezien de inhoud van de regeling, vermoedelijk niet in aanmerking zal komen voor teruggaaf. Hij heeft via het energiebedrijf al een bedrag aan heffingskorting ontvangen en zijn energielasten overstijgen dat bedrag niet. Het is nu echter aan de Belastingdienst om nieuwe beslissingen te nemen op zijn verzoeken.
Behoorlijk overheidsoptreden; gegrond wat betreft het aanvankelijk afwijken van de Woz-waardering.