De heer Hof* diende op 6 september 2013 bij de rechtbank een beroepschrift in tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift door de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Toeslagen). Vervolgens nam Toeslagen op 2 oktober 2013 alsnog een besluit en kwam de heer Hof hierbij geheel tegemoet. De heer Hof heeft hierna zijn beroep tegen het niet tijdig beslissen bij de rechtbank ingetrokken en verzocht de rechtbank Toeslagen bij afzonderlijke uitspraak in de kosten van het geding te veroordelen.
De rechtbank veroordeelde Toeslagen bij uitspraak van 19 december 2013 in de vergoeding van de gemaakte proceskosten van € 118. Verder overwoog de rechtbank dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht het op de weg van Toeslagen ligt om het griffierecht te vergoeden. Toeslagen deed dat niet.
De gemachtigde van de heer Hof stuurde Toeslagen eerst een brief en daarna een klacht over het uitblijven van de uitbetaling. Pas naar aanleiding van de klacht bij de Nationale ombudsman vergoedde Toeslagen het griffierecht. Dat was inmiddels bijna een jaar na de uitspraak van de rechter.
De Nationale ombudsman overweegt dat hij in een eerder rapport met nummer 2015/014** oordeelde er begrip voor te hebben dat waar gewerkt wordt er fouten kunnen worden gemaakt. Echter net als in het geval van genoemd rapport, heeft het ook in dit geval veel te lang geduurd voordat de fout, ondanks verzoeken daartoe van de heer Hof, is hersteld.
Toeslagen erkende dat het bedrag van het griffierecht, ondanks een brief en een klacht, veel te laat is uitbetaald. Er was immers bijna een jaar na de uitspraak van de rechtbank verstreken. De Nationale ombudsman is van oordeel dat Toeslagen handelde in strijd met het vereiste van goede organisatie en acht de gedraging niet behoorlijk.
* Gefingeerde naam
** Rapport van 6 februari 2015