Verzoeker is taxichauffeur en bevond zich op 27 oktober 2013 's nachts met zijn taxi op een taxistandplaats. Nadat de politie verzoeker om zijn rijbewijs had gevraagd, werd verzoeker aangehouden, geboeid en naar het politiebureau gebracht.
Verzoeker klaagde erover dat hij op 27 oktober 2013 door de politie is aangehouden. Ook klaagde hij over de manier waarop dit is gebeurd. Verder klaagde verzoeker over de wijze waarop de politie hem vervolgens op het politiebureau heeft bejegend. Volgens verzoeker had de politie hem geïntimideerd, geschopt en was er geen arts bij hem geweest.
De Nationale ombudsman ging ervan uit dat verzoeker geen medewerking verleende aan het verzoek zijn rijbewijs te tonen en daarom kon de politie verzoeker aanhouden om op die manier zijn identiteit vast te stellen. De Nationale ombudsman was echter van oordeel dat de politie met het boeien van verzoeker het recht op onaantastbaarheid van het lichaam niet voldoende had gerespecteerd.
Verder overwoog de Nationale ombudsman uit eigen beweging dat de politie het vereiste van fair play had geschonden door de camerabeelden die waren gemaakt in de observatiecel en de camerabeelden die waren gemaakt vlak buiten het politiebureau niet tijdig veilig te stellen.
Overige klachtonderdelen:
- intimidatie;
- niet bezocht zijn door een arts;
- schop;
- bejegening buiten het politiebureau.