Verzoekers constateren op een ochtend dat er werkzaamheden in hun straat uitgevoerd worden. Het is de bedoeling groen te verwijderen en twee extra parkeerplaatsen aan te leggen. Als zij zich tot de gemeente Hellendoorn wenden, krijgen zij te horen dat dit gebeurd op verzoek van twee andere bewoners. Aangegeven wordt dat de gemeente bij vergelijkbare gevallen voortaan eerst zal vragen of de buurtbewoners van het verzoek op de hoogte zijn. Verzoekers worden gevraagd bij hun buren na te gaan of er draagvlak is voor de werkzaamheden.
Verzoeker zijn van mening dat de gemeente in deze het voortouw moet nemen. Het college wordt gevraagd alle bewoners in de straat te informeren en hen de mogelijkheid van inspraak te geven. Kort daarna reageert de gemeente. Verwezen wordt naar afspraken in het coalitieakkoord om daar waar mogelijk in wijken met hoge parkeerdruk extra parkeerplaatsen aan te leggen. Bij verzoeker is dit het geval, zodat het algemeen belang voorgaat op hun individuele belang.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de gemeente vooraf had moeten nagaan of de buurt op de hoogte was van het verzoek en zelf de bewoners over de aanpassingen had moeten informeren alvorens tot uitvoering over te gaan. Door dit niet te doen heeft de gemeente niet gehandeld in overeenstemming met het vereiste dat de overheid zoveel mogelijk betrokkenheid van de burger bevordert.
Over de afweging algemeen versus individueel belang merkt de gemeente op dat zij altijd een afweging zal maken, waarbij het algemeen belang boven het individueel belang wordt gesteld. In dit standpunt kan de Nationale ombudsman de gemeente niet volgen. Het gaat niet om de tegenstelling algemeen versus individueel belang, maar om de vraag welk gewicht aan de verschillende belangen toegekend kan of moet worden. En om op basis van die afweging een gemotiveerde beslissing te nemen. Door zonder nadere afweging het algemeen belang altijd te laten prevaleren boven individueel belang, wordt geen juiste invulling gegeven aan het redelijkheidsvereiste.