2014/217 IND heeft advocaat voldoende kans gegeven welbevinden asielzoeker te toetsen tijdens verhoor

Rapport

Verzoeker is een advocaat die bij een (eerste) gehoor door een medewerker van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zijn minderjarige cliënt bijstond in de asielprocedure. Het ging om een kwetsbare jongen van 15 jaar, in het rapport Batu genoemd, die slachtoffer was geworden van mensenhandel. De jongen kwam uit Mongolië en sprak geen Nederlands of Engels. Het gehoor is een belangrijk onderdeel van de asielprocedure omdat de beslissing of iemand wordt toegelaten wordt genomen op grond van de tijdens het gehoor verstrekte informatie.

De IND had een tolk in de Mongoolse taal ingehuurd voor dit gesprek. De klacht ging er over dat de advocaat tijdens het gehoor geen gebruik mocht maken van de door de IND ingehuurde tolk. Tijdens het gehoor gaf Batu non verbaal aan dat hij moeite had verder te praten. De medewerker vroeg dan steeds of het nog wel ging. Batu antwoordde dan dat hij door wilde gaan.

Desgevraagd verklaarde de IND later op vragen van de Nationale ombudsman dat de tolk tijdens het gehoor ook door de advocaat kan worden ingeschakeld om vragen te stellen. Dit is in Europese regelgeving over bijstand aan minderjarigen in het kader van de asielprocedure vastgelegd. Voor het gebruik van de tolk buiten het gehoor bestaan geen regels. Het is dan de IND medewerker die beoordeelt of er aanleiding is het gebruik toe te staan.

In dit geval had de IND de advocaat belemmert om in de pauze naar de tolk te gaan in de tolkenkamer om even in vertrouwen met Batu te kunnen spreken. De tolk had toen pauze en de IND moet er op toezien dat de tolk kan pauzeren. Deze weigering kan de ombudsman rechtvaardigen nu de advocaat zonder overleg met de IND naar de tolk was gestapt.

Ook na de pauze toen de advocaat bijna aan het einde van het gehoor vroeg om van de diensten van de tolk gebruik te mogen maken werd dit geweigerd. De Nationale ombudsman oordeelde dat er al met al in dit geval geen sprake van was dat de IND in strijd met de beginselen van fair play handelde.

Er was voldoende aandacht geweest voor het welzijn van Batu, Bovendien had de advocaat had zelf tijdens het gehoor ook vragen kunnen stellen via de tolk. Daarbij was het gehoor was blijkens het verslag goed verlopen. In een slotbeschouwing merkte de Nationale ombudsman op dat hij er vanuit gaat dat de IND coulant zal omgaan met verzoeken van rechtsbijstandsverleners om gebruik te mogen maken van de tolk, zeker in die gevallen waarin er geen andere tolk telefonisch te raadplegen is en de asielzoeker geen Nederlands of Engels spreekt.

Instantie: Immigratie- en Naturalisatiedienst te Rijswijk

Klacht:

verzoeker, advocaat, op 14 januari 2014 tijdens het eerste verhoor van zijn minderjarige cliënt uit Mongolië niet toegestaand om gebruik te maken van de door de IND ingeschakelde tolk, terwijl er op dat moment geen andere mogelijkheid voor hem was om met zijn cliënt te communiceren

Oordeel:

Niet gegrond