2014/170 OM gaat onvoldoende zorgzaam om met informatiebehoefte slachtoffer in moordzaak

Rapport

Verzoekers ouders zijn op 10 september 2009 in hun woning om het leven gebracht. Deze woning wordt meerdere keren doorzocht, en goederen worden in beslag genomen voor nader onderzoek. Een half jaar later wordt verzoekers broer aangehouden en na een paar maanden weer vrijgelaten, maar hij blijft verdachte. Vijf andere verdachten worden aangehouden en weer vrijgelaten. De moord is tot op heden niet opgelost.

Verzoeker voelt zich als slachtoffer in de kou staan. Het begon er al mee dat hij er via een televisieprogramma achter kwam hoe zijn ouders om het leven waren gebracht. Verder heeft hij sinds 2009 al om informatie gevraagd over het onderzoek: hij wil de processtukken inzien, hij wil weten welke goederen er in beslag zijn genomen, hij wil weten wat de stand van zaken is van het onderzoek en hij wil worden geïnformeerd over de belangrijke momenten in het onderzoek. Zo heeft de officier van justitie één verdachte een kennisgeving gestuurd dat hij niet verder wordt vervolgd, maar heeft verzoeker dit later telefonisch van de politie gehoord, terwijl de officier hem bij deze beslissing had moeten betrekken. Ook heeft hij nog steeds niet de processtukken mogen inzien.

De Nationale ombudsman toetst aan het behoorlijkheidsvereiste van fatsoenlijke bejegening. Dat houdt in dat de overheid de burger respecteert hem fatsoenlijk behandelt en hulpvaardig is. De Nationale ombudsman oordeelt dat verzoekers klachten gegrond zijn.

De Nationale ombudsman twijfelt er niet aan dat het OM van goede wil is geweest in de gesprekken die de officier van justitie met verzoeker heeft gevoerd, maar vindt dat van het OM had mogen worden verwacht om verzoeker de hand te reiken om samen met hem na te gaan wat hij nodig heeft. Het OM heeft op een aantal momenten niet gehandeld volgens de eigen regels en de spelregels voor het omgaan met slachtoffers die de Nationale ombudsman in samenwerking met onder andere het OM zelf heeft opgesteld. De Nationale ombudsman vindt het opmerkelijk dat het OM niet wilde dat verzoeker de processtukken zou inzien en het zelfs zover heeft laten komen dat het gerechtshof het OM de zaak uit handen heeft genomen om zelf te bepalen welke stukken verzoeker mag inzien.

De Nationale ombudsman vindt het vooral van belang dat het OM nu samen met verzoeker kijkt wat het voor hem kan betekenen om zijn situatie te verbeteren, omdat verzoeker in een moeilijke situatie verkeert.

Daarom doet hij de aanbeveling aan de minister van Veiligheid en Justitie om er voor te zorgen dat alle vragen van verzoeker over de inbeslaggenomen goederen worden beantwoord en dat het OM verzoeker bijstaat bij de verdere hulp en steun die hij nodig heeft.

Instantie: Arrondissementsparket Oost-Nederland

Klacht:

wijze waarop is omgegaan met verzoekers herhaalde vragen en verzoeken tot inzage/het verstrekken van de processtukken

 

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Arrondissementsparket Oost-Nederland

Klacht:

wijze waarop is omgegaan met verzoekers herhaalde vragen en verzoeken hem te informeren over de in beslag genomen voorwerpen

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Arrondissementsparket Oost-Nederland

Klacht:

wijze waarop is omgegaan met verzoekers herhaalde vragen en verzoeken hem te informeren over de belangrijkste momenten in het proces

Oordeel:

Gegrond