Verzoeker klaagt erover dat het CBR en de CVOM onzorgvuldig hebben gehandeld rond en na het opleggen van het alcoholslotprogramma. Er was sprake van samenloop van het alcoholslotprogramma met een strafrechtelijke procedure. Hij klaagt met name over de gebrekkige informatieverstrekking en onderlinge samenwerking en afstemming door beide instanties.
Verzoeker is voor de tweede keer in korte tijd aangehouden voor rijden onder invloed. De eerste keer is hem door het openbaar ministerie een straf opgelegd, een boete. De tweede keer moet hij voor de rechter komen. De rechter doet een paar maanden na de overtreding uitspraak. Hij veroordeelt verzoeker onder meer tot een onvoorwaardelijke ontzegging van zijn rijbevoegdheid voor een bepaalde tijd. Die tijd verstrijkt kort nadat de rechter uitspraak heeft gedaan.
Na de tweede overtreding heeft verzoeker ook bericht ontvangen van het CBR. Daarin staat dat hem een alcoholslotprogramma is opgelegd. Als hij daar aan mee doet, kan hij weer rijden, al is het met een alcoholslot in zijn auto. Verzoeker wil daar aan meedoen, want hij is van zijn auto afhankelijk voor zijn werk. Na de uitspraak van de rechter, laat hij dan ook een alcoholslot in zijn auto inbouwen. De ontzegging door de rechter is immers afgelopen.
Wat verzoeker dan echter niet weet, is dat zijn rijbewijs twee weken na de uitspraak van de rechter van rechtswege ongeldig is geworden. Dat komt omdat hij binnen vijf jaar twee keer in de fout is gegaan met alcohol in het verkeer; er is sprake van recidive.
Dit wordt hem allemaal pas achteraf duidelijk. Hij rijdt dan al twee maanden met het alcoholslot in zijn auto. En heeft daarvoor al heel veel kosten gemaakt…
Dit onderzoek van de ombudsman maakt twee dingen duidelijk. Allereerst dat de informatie die nu aan de burger wordt verstrekt, onvoldoende duidelijk is om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen over (het moment van) deelname aan het alcoholslotprogramma. Daarnaast dat de betrokken overheidsinstanties hun werkwijze onvoldoende op elkaar hebben afgestemd.
Beide klachten zijn gegrond. Er is gehandeld in strijd met het vereiste van goede informatieverstrekking en het vereiste van goede organisatie.
De ombudsman geeft het CBR en de minister van Veiligheid en Justitie (als verantwoordelijke voor de CVOM) in overweging om de informatieverstrekking over het ASP aan te passen en om hun werkwijze beter op elkaar af te stemmen in verband met een mogelijke samenloop van het opleggen van een alcoholslotprogramma met een strafrechtelijke procedure. Daarnaast geeft hij beide instanties in overweging om met verzoeker in overleg te gaan over een tegemoetkoming in de extra kosten die hij heeft gehad doordat hij het ingebouwde alcoholslot heeft laten uitbouwen en later, na het opnieuw behalen van zijn rijexamen, opnieuw heeft laten inbouwen.