2014/052: Gemeente Utrecht heeft juist gehandeld bij aanbesteding bioscoop Leidsche Rijn

Rapport

Verzoeker werkt samen met een bedrijf dat bioscopen exploiteert. Dit bedrijf werd, samen met twee andere ondernemers, benaderd door de gemeente Utrecht met de vraag of zij mogelijk geïnteresseerd waren in de ontwikkeling van een bioscoop in het nieuwe stadsdeel Leidsche Rijn. De gemeente hanteerde een aantal selectiecriteria, maar na twee onderhandse procedures bleek geen van de partijen daar aan te kunnen of willen voldoen. Verzoekers zakenpartner gaf daarbij onder meer aan dat hij de grondprijs voor uitgifte te hoog vond.

Daarop nodigde de gemeente partijen uit voor een overleg over de condities waaronder zij wel een bioscoop konden of wilden realiseren. Verzoekers zakenpartner gaf daarbij aan pas rond 2018, nadat het winkelgebied klaar zou zijn, een afweging over een investering te willen maken. Volgens de gemeente was daarbij tevens gezegd dat dit anders lag als de grond "om niet" zou worden verstrekt en een exploitatiegarantie zou worden gegeven. Volgens verzoeker is dit niet, of niet zo gezegd, maar zijn zakenpartner heeft de weergave van de gemeente niet weersproken.

De gemeente ging daarop in overleg met de enig andere overgebleven gegadigde en bereikte daarmee snel overeenstemming. Verzoeker klaagt erover dat die derde partij een grondprijs is aangeboden die ongeveer een kwart was van de prijs die zijn zakenpartner is gevraagd.

De ombudsman overwoog dat hier niet ging om een overheidsopdracht, zodat de wettelijke regels voor aanbesteding niet gelden. Van de overheid mag wel worden gevraagd dat gerechtvaardigde verwachtingen worden gehonoreerd. Ook dient de overheid gelijke of vergelijkbare gevallen gelijk te behandelen.

In dit geval ging het om een beperkt aantal geïnteresseerden, die niet aan de criteria van de gemeente konden of wilden voldoen, en die daarop de gelegenheid kregen om aan te geven onder welke condities zij wel een mogelijkheid zagen. Verzoekers zakenpartner is als eerste benaderd, maar heeft geen concreet voorstel gedaan en wilde pas in 2018, veel later dan de bewoners van Leidse Rijn wensten, realisatie van een bioscoop overwegen. Over de vraag of de verkrijging van de grond "om niet" en een exploitatiegarantie als voorwaarde is gesteld verschillen verzoeker en het college van mening, maar verzoekers zakenpartner heeft dit niet weersproken. Bovendien zou de acceptatie door de gemeente van dergelijke voorwaarden een ongeoorloofde staatssteun zijn.

De gemeente was vrij om met de andere gegadigde te onderhandelen en een akkoord aan te gaan. Dat akkoord is mede tot stand gekomen na een onafhankelijke taxatie van de grondprijs en niet valt in te zien waarom de gemeente vervolgens weer met verzoekers zakenpartner had moeten overleggen. Nationale ombudsman oordeelde klacht over het college van burgemeester en wethouders van Utrecht dan ook niet gegrond.

Getoetst aan het vereiste van betrouwbaarheid.

Instantie: Gemeente Utrecht

Klacht:

verzoeker, in het kade van een aanbestedingsprocedure niet dezelfde, gunstige voorwaarden aangeboden als is gedaan aan de ondernemer aan wie de opdracht nadien is gegund