Verzoeker woont, in afwachting van de toewijzing van een woning tijdelijk op een recreatiepark. De woningcorporatie is bereid aan hem een woning te verhuren, mits hij gepaste begeleiding van een zorginstelling ontvangt. Een aanbod voor een woning is echter ingetrokken en het is verzoeker niet duidelijk welke rol de gemeente Apeldoorn heeft gespeeld bij deze beslissing van de woningcorporatie.
De Nationale ombudsman overwoog dat de beslissing van de woningcorporatie om het aanbod voor verhuur in te trekken uiteraard vervelend is, maar dat afgevraagd dient te worden in hoeverre dit de gemeente Apeldoorn valt toe te rekenen.
Tijdens zogeheten multidisciplinair overleg tussen gemeente, woningcorporaties en zorginstanties is informatie uitgewisseld, waarna het aanbod is ingetrokken. Verzoeker maakt uit de betrokkenheid van de gemeente bij dit overleg op dat alleen de door de gemeente verstrekte informatie aanleiding kan zijn geweest om het aanbod in te trekken. Uit het onderzoek is het de ombudsman niet gebleken dat dit ook daadwerkelijk het geval is geweest. Alhoewel notulen of aantekeningen ontbreken, maakt de ombudsman uit de beschikbare informatie op dat op het moment dat de bereidheid omtrent de verhuur van de woning werd gecommuniceerd er onvoldoende adequate informatie beschikbaar was over de juiste of benodigde woonbegeleiding. En de beslissing om al dan niet een woning onder voorwaarden toe te staan is een verantwoordelijkheid van de verhuurder, waarbij de gemeente geen rol speelt.
Het feit dat de gemeente Apeldoorn formeel als voorzitter optreedt bij het maandelijks overleg van het zogeheten 'sociaal team' of multidisciplinair overleg, maakt dit niet anders. Niet gesteld kan worden dat de stem of mening van een gemeente bij dit overleg doorslaggevend is of zou moeten zijn. Gemeenten, woningcorporaties en andere partijen nemen deel aan intercollegiale overleggen op basis van gelijkwaardigheid. Indien een gemeente als 'regievoerder' optreedt betekent dit, gelet op de gelijkwaardigheid van partijen, dat zij niet een zodanige zeggensmacht heeft dat zij besluiten kan nemen of kan afdwingen.
Dit laat onverlet dat het wenselijk is dat een van de partijen die aan een intercollegiaal overleg deelnemen andere partners kan aansporen tot het nemen van hun verantwoordelijkheid. Zoals de gemeente zelf erkent, is verzoeker ten onrechte al geïnformeerd terwijl de vraag over de begeleiding nog niet definitief was beantwoord. De communicatie is op dit punt verwarrend geweest en de klacht is op dit onderdeel dan ook terecht gegrond verklaard.
Naar het oordeel van de Nationale ombudsman mag wel van de gemeente Apeldoorn, als regievoerder binnen het overleg, worden verwacht dat zij toeziet op een zorgvuldige procedure en zo nodig de partners aan het overleg aanspreekt op hun taak en verantwoordelijkheid. Vanuit die regierol heeft de gemeente tevens een specifieke zorg voor een juiste of adequate informatieverstrekking aan betrokken partijen en voor het vastleggen van overeengekomen acties. Nu de rol van de gemeente Apeldoorn voor verzoeker onvoldoende duidelijk is geweest, is niet gehandeld in overeenstemming met het vereiste van transparantie.
De klacht is op dit onderdeel gegrond.