Verzoeker heeft de gemeente een aantal keren benaderd over de toegankelijkheid en breedte van een openbaar voetpad bij hem in de buurt. Hij stelt met name dat het op een aantal plaatsen niet breed genoeg is voor rolstoelgebruikers. Nat tussenkomst van de ombudsman in 2012 heeft de gemeente aangegeven dat zij de zaak zal oppakken opdat het pad wordt verbreed.
Verzoeker klaagt erover dat de gemeente geen of althans onvoldoende actie heeft ondernomen opdat de toegankelijkheid van het pad is verbeterd, ondanks eerdere mededelingen die de gemeente daarover aan de ombudsman heeft gedaan.
Tijdens het onderzoek meldt de gemeente onder meer dat er ter plekke erfafscheidingen van omwonenden op het voetpad staan. Verbreding kan volgens de gemeente alleen na handhaving. Zij geeft aan dat en waarom zijn daar niet toe zal overgaan. Bij die beslissing heeft de gemeente een afweging gemaakt die ze veel eerder had kunnen maken. Ook had zij verzoeker daarover veel eerder kunnen en moeten informeren. Door geen duidelijk standpunt in te nemen en wel de mededeling te doen dat de zaak wordt opgepakt, heeft de gemeente niet transparant gehandeld en heeft verzoeker onnodig lang de verwachting gehad dat het pad verbreed zou worden.
Gegrond wegens schending van het vereiste van transparantie.
De ombudsman doet de aanbeveling om verzoeker met een formeel besluit te laten weten dat zij niet tot handhaving over zal gaan, zodat verzoeker die beslissing desgewenst kan aanvechten.