Verzoekster ontving een beschikking van het CJIB en stelde hiertegen een beroepschrift in bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM). Zij ontving een reactie op haar beroepschrift waar geen naam en geen handtekening van de behandelend medewerker op stond. Verzoekster klaagt hierover.
Het is de Nationale ombudsman ambtshalve bekend dat de CVOM jaarlijks een enorm aantal beroepschriften, zowel ingediend bij de officier van justitie als bij de kantonrechter, te verwerken krijgt. Dit loopt in de honderdduizenden aantallen. Uiteraard is het wenselijk dat het voor de burger duidelijk kenbaar is wie de brief die ziet op de beslissing op zijn beroepschrift heeft opgesteld. Aan de andere kant heeft de Nationale ombudsman er oog voor dat de CVOM een instantie is dat juist in het leven is geroepen om enorme hoeveelheden te verwerken, en daardoor soms niet anders kan dan gebruik te maken van gestandaardiseerde brieven. Tijdens het onderzoek heeft de minister naar het oordeel van de Nationale ombudsman afdoende aangegeven waarom de naam en het telefoonnummer van de beoordelaar niet op de beslissing op beroep vermeld staat.
Bij dit oordeel weegt niet alleen de hierboven genoemde grote aantallen van de beslissingen mee, maar ook dat de CVOM heeft aangegeven op welke manier zij bereikbaar is voor de burger die vragen heeft over de ontvangen beslissing.
De onderzochte gedraging is behoorlijk.
Tijdens het onderzoek is ook de standaardmotivering waar de CVOM gebruik van maakt in de beslissingen op het beroepschrift ter sprake gekomen. Gelet op de honderdduizenden beroepsschriften die de CVOM jaarlijks ontvangt vindt de Nationale ombudsman het begrijpelijk dat er voor steeds terugkomende gebezigde standaard ("internet")verweren, standaard motiveringen zijn opgesteld.
Vereiste van fatsoenlijke bejegening, behoorlijk.
MDV 2012.14927