2013/186: Gescheiden vader stort kinderalimentatie aan ex-partner op verkeerde rekening

Rapport

Samenvatting

Verzoeker moest maandelijks een bedrag van € 420 aan kinderalimentatie betalen aan zijn ex-partner. Op 3 september 2012 stortte verzoeker een bedrag van € 420 op de gezamenlijke bankrekening van hem en zijn ex-partner. Hij vermeldde bij de betaling dat het de alimentatie voor de maand september betrof. De betreffende bankrekening stond in het rood.

De ex-partner meldde verzoeker vervolgens aan bij het LBIO. Zij verzocht het LBIO om de inning van de alimentatie van haar over te nemen, omdat er sprake was van een betalingsachterstand. De alimentatie voor de maand september had zij niet ontvangen. Verzoeker stelde zich bij het LBIO op het standpunt dat hij bij zijn betaling duidelijk had vermeld dat het de alimentatie voor de maand september betrof. Hij bracht tevens naar voren dat zijn ex-partner de gezamenlijke rekening beheerde en dus over het geld kon beschikken. Het LBIO was van mening dat verzoeker niet had aangetoond dat hij de alimentatie had betaald. De ex-partner had namelijk aangegeven dat zij geen toegang meer had tot de gezamenlijke rekening en niet over het geld kon beschikken. Tevens had de ex-partner aangetoond dat zij verzoeker vooraf had verzocht om de alimentatie op haar eigen bankrekening te storten.

Uiteindelijk betaalde verzoeker alsnog de achterstallige alimentatie voor de maand september rechtstreeks aan zijn ex-partner. Het LBIO besloot daarop om de inning van de alimentatie niet over te nemen.

Verzoeker klaagt erover dat het LBIO een door hem gedane overboeking van € 420 op een gezamenlijke bankrekening van hem en zijn ex-partner op 3 september 2012 niet heeft aangemerkt als betaling van de kinderalimentatie voor de maand september 2012.

Het vereiste van goede voorbereiding brengt met zich mee dat het LBIO bij de behandeling van een verzoek tot overname van de inning van alimentatie het verweer van de alimentatieplichtige tegen het bestaan van een betalingsachterstand toetst door middel van wederhoor bij de alimentatiegerechtigde.

De Nationale ombudsman stelt vast dat het LBIO inhoudelijk heeft gereageerd op het verweer van verzoeker tegen de betalingsachterstand alvorens op het verzoek van de ex-partner te beslissen. Het aanvullend verweer dat verzoeker na afloop had ingebracht kon het LBIO niet meer meenemen bij de behandeling van het verzoek tot overname van de inning.

Vereiste van goede voorbereiding

Ongegrond

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam

Klacht:

een door verzoeker gedane overboeking van €420 op een gezamenlijke bankrekening van hem en zijn ex-partner op 3 september 2012 niet aangemerkt als betaling van de kinderalimentatie voor de maand september 2012.

Oordeel:

Niet gegrond