2013/159: Bewoner klaagt over klachtbehandeling door waterschap Brabantse Delta

Rapport

De sloot naast de oprit van verzoeker is eigendom van het waterschap Brabantse Delta. Door slijtage aan de beschoeiing in deze sloot verzakt zijn oprit. Nadat hij dit bij het waterschap heeft gemeld, komt er een medewerker kijken. Dit bezoek verloopt echter niet goed. Als verzoeker daarover een klacht indient, wordt vervolgens alleen ingegaan op de mogelijke oplossingen voor de verzakking. Ook een klacht bij de ombudsman leidt in eerste instantie tot het zoeken van een oplossing.

De aanleiding om een klacht in te dienen, het verloop van en vervolg op het gesprek met een medewerker, blijft hierdoor buiten beschouwing. Uiteindelijk vindt er alsnog een gesprek plaats waarbij wordt ingegaan op het verhaal achter de klacht en op de voor beide partijen beste oplossingen. Vervolgens wordt de tijdens dit gesprek gemaakte afspraak om binnen vier weken nader contact op te nemen niet nagekomen.

De Nationale ombudsman oordeelt dat het waterschap niet heeft gehandeld in overeenstemming met het vereiste van luisteren naar de burger. Van het waterschap had verwacht mogen worden dat het na ontvangst van de klacht persoonlijk contact met verzoeker had opgenomen en in de reactie op de klacht niet uitsluitend was ingegaan op mogelijke oplossingen van het probleem. In eerste instantie is dit gecorrigeerd door in een gesprek op basis van gelijkheid oplossingsrichtingen te verkennen en daarover afspraken te maken. Door deze afspraken vervolgens niet na te komen is het prille herstel van vertrouwen uiteindelijk nog meer geschaad.

De klacht is gegrond.

Instantie: Waterschap Brabantse Delta te Breda

Klacht:

niet bereid gebleken om in samenspraak met verzoeker te komen tot een oplossing voor de door verzoeker gemelde problemen met de beschoeiing in de sloot naast zijn perceel

Oordeel:

Gegrond