Mevrouw O. ontvangt een Anw-uitkering van de SVB, op grond van arbeidsongeschiktheid. In januari 2012 werd deze uitkering met ingang van februari 2012 ingetrokken omdat zij niet langer voor 45% of meer arbeidsongeschikt zou zijn. Zij maakte bezwaar tegen deze beslissing; dat bezwaar werd uiteindelijk op 16 juli 2012 gegrond geacht. De Anw-uitkering werd, met terugwerkende kracht vanaf februari, weer opgestart.
Mevrouw O. klaagde er onder meer over dat de beslissing die de SVB haar in januari 2012 stuurde onvoldoende gemotiveerd was. Zij kon uit deze beslissing niet afleiden waarom haar arbeidsongeschiktheid zou zijn afgenomen.
De Nationale ombudsman overwoog het volgende.
De SVB laat de medische en arbeidskundige keuringen, die in een aantal gevallen nodig zijn om het recht op Anw te kunnen vaststellen, door het UWV verrichten. Een begrijpelijke keuze, gezien de ervaring die het UWV op dit terrein heeft opgebouwd. Echter, de onderliggende stukken – arbeidskundige en verzekeringsgeneeskundige rapportages – werden bij de primaire beslissing niet meegezonden. Het gevolg hiervan was dat mevrouw O. de beslissing van de SVB op geen enkele wijze kon beoordelen.
Dat de SVB een deel van haar taken uitbesteedt betekent niet dat zij niet langer verantwoordelijk is voor het goed en inzichtelijk onderbouwen van beslissingen. Wanneer de SVB, zoals hier, van mening is dat zij geen inzage behoort te hebben in de medische gegevens kan zij hierover passende afspraken maken met het UWV. Er dient hoe dan ook voor gezorgd te worden dat de Anw-gerechtigde niet alleen beschikt over de beslissing van de SVB, maar ook over de rapportages van het UWV waarop die beslissing feitelijk is gebaseerd. Dat is door de SVB onvoldoende onderkend.
De gedraging is niet behoorlijk; motiveringsbeginsel.
Andere klachtonderdelen:
De behandelingsduur
Het niet direct opvragen van medisch relevante informatie.