Volgens verzoeker heeft hij een aantal jaren samengewerkt met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Hij klaagde er over dat (medewerkers van) de AIVD de aan hem gedane financiële toezeggingen niet zijn nagekomen. Ook zou verzoeker aanwijzingen hebben dat de AIVD zou hebben geprobeerd hem te vermoorden en ervoor hebben gezorgd dat hij ten onrechte zes maanden geen uitkering van de Dienst Werk en Inkomen had ontvangen.
Op basis van de door de AIVD aan de Nationale ombudsman verstrekte – en door de substituut-ombudsman geverifieerde – informatie moet worden geoordeeld dat niet is gebleken dat de AIVD aan verzoeker gedane financiële toezeggingen niet is nagekomen. De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging behoorlijk was.
Ten aanzien van de overige klachtonderdelen overwoog de Nationale ombudsman dat er geen enkele aanwijzing is gevonden dat het door verzoeker gestelde heeft plaatsgevonden. De Nationale ombudsman acht het overigens volstrekt onaannemelijk dat het vermoorden van mensen tot de werkwijze van de AIVD behoort. De Nationale ombudsman oordeelde dat deze overige klachtonderdelen feitelijke grondslag mistten.