De werkgever van verzoeker vraagt bij het UWV een deskundigenoordeel aan over de re-integratie-inspanningen van verzoeker. De conclusie van het UWV is dat verzoeker onvoldoende inspanningen heeft verricht, maar dat hij daar wel een goede reden voor heeft aangezien zijn gedrag volgens het UWV deels door ziekte wordt bepaald.
Verzoeker klaagt erover dat het deskundigenoordeel van 26 december 2011 op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen en om die reden niet had mogen worden afgegeven.
Verzoekers klacht bestaat uit twee hoofdthema's. Allereerst bestrijdt hij dat er feitelijk sprake is van onvoldoende re-integratie-inspanningen. Ten tweede heeft verzoeker bezwaren tegen de medische informatie die door de arbeidsdeskundige is opgenomen in het deskundigenoordeel. Deze informatie is zeer gedateerd en verwijst naar zijn medische toestand van meer dan tien jaar geleden. Hij stelt dat met het vermelden van die gegevens in het deskundigenoordeel zijn privacy is geschonden aangezien het deskundigenoordeel naar zijn werkgever is gestuurd.
Het is dan naar het oordeel van de Nationale ombudsman aan de arbeidsdeskundige om vast te stellen welke activiteiten er zijn geweest en om welke reden ze feitelijk onvoldoende waren. De arbeidsdeskundige kwam noch aan het een noch aan het ander toe. Er was namelijk door de verzekeringsarts al geconstateerd dat verzoeker vermijdingsgedrag vertoonde. Dat is voor de arbeidsdeskundige leidend geweest. Daarmee is het vereiste van goede voorbereiding geschonden. Ook tijdens de klachtbehandeling en het onderzoek van de Nationale ombudsman heeft het UWV de vraag op basis van welke feiten de re-integratie-inspanningen van verzoeker onvoldoende waren niet alsnog concreet beantwoord.
Het UWV erkende tijdens het onderzoek dat er geen goede reden was voor de verzekeringsarts om de bevindingen van zijn onderzoek te koppelen aan de medische toestand van verzoeker meer dan tien jaar geleden. De arbeidsdeskundige stelde dat hij niet over de gezondheidssituatie van verzoeker gesproken heeft maar meer over zijn gedrag. In de passage van zijn rapportage waarin hij zijn oordeel geeft verwijst de arbeidsdeskundige expliciet naar de visie van de verzekeringsarts op cliënt dat 'gezien zijn verleden de vermijdingscomponent niet puur gedrag maar ook deels ziekte is'. En juist door die ziekte uit 1999 te vermelden heeft de arbeidsdeskundige de klacht van verzoeker over zich afgeroepen dat zijn privacy is geschonden. Dit had voorkomen kunnen worden als de arbeidsdeskundige het expliciete advies van de verzekeringsarts had opgevolgd door eerst met verzoeker te overleggen wat hij wel en niet zou doorgeven aan de werkgever. Nu heeft de arbeidsdeskundige maar aangenomen dat verzoeker geen bezwaar had tegen het doorgeven van deze informatie.
De klacht over de onderzochte gedraging van het UWV te Nijmegen is gegrond wegens schending van het vereiste van goede voorbereiding.