LOGBOEKGEGEVENS
Dossiernummer: 2012.04403
Samenvatting
Verzoekers waren jarenlang pleegouder van een jongen en een meisje. Zij werden in hun hoedanigheid van pleegouders begeleid door de sector pleegzorg van SGJ. De sector jeugdbescherming van SGJ (SGJb) voerde de ondertoezichtstelling (OTS) van de kinderen uit. Op 24 september 2008 besloot SGJb dat de kinderen in principe bij verzoekers zouden blijven wonen. SGJ veranderde echter van koers en begon aan te sturen op een traject van thuisplaatsing naar de moeder van de kinderen toe. Verzoekers waren van mening dat SGJ had gehandeld vanuit een tunnelvisie om de terugplaatsing zo spoedig mogelijk te effectueren en daarbij de belangen van de kinderen en van henzelf geheel uit het oog verloren had. Volgens verzoekers communiceerde SGJ niet met hen, ging voorbij aan alle besluitprotocollen en had het zelfs protocollen vervalst om de terugplaatsing zo spoedig mogelijk te realiseren. De klachtencommissie van SGJ was van oordeel dat SGJ het traject van de thuisplaatsing niet goed had gecommuniceerd met verzoekers. Daarnaast vond de klachtencommissie het verontrustend dat de fout die was vastgesteld in de klachtzitting van maart 2011 met betrekking tot de stukken die naar de rechtbank zijn gestuurd er niet toe had geleid dat deze fout in de procedure bij het Hof was hersteld. De klachtencommissie wees de team¬manager op diens verantwoordelijkheid op het gebied van de omgangsregeling en sprak de hoop uit dat SGJ uit deze zaak lessen zou trekken voor de toekomst. SGJ liet de Nationale ombudsman weten dat er in de periode dat de zaak van verzoekers speelde, binnen de sector Jeugdbescherming van SGJ een managementcrisis woedde die zijn weerslag had op de kwaliteit van het werk van SGJ. Inmiddels waren er volgens SGJ stappen genomen naar een meer professionele cultuur.
De informatie die de Nationale ombudsman heeft ontvangen geeft het beeld van een overheidsinstelling die in deze zaak blind op de thuisplaatsing van de kinderen koerste en daarbij de belangen van verzoekers volledig in de wind sloeg. De Nationale ombudsman acht met name het weinig voortvarende en gebrekkige uitvoeren van de aanbevelingen van de klachtencommissie door SGJ betreurenswaardig. De Nationale ombudsman oordeelt dat SGJ de aanbevelingen van de klachtencommissie voorafgaande aan het onderzoek van de Nationale ombudsman onvoldoende voortvarend heeft uitgevoerd en daarmee heeft verzuimd de in deze zaak gemaakte fouten tijdig en afdoende te herstellen. SGJ heeft dan ook gehandeld in strijd met het vereiste van betrouwbaarheid.
De brief van de bestuurder van SGJ van 13 september 2012 geeft de Nationale ombudsman het vertrouwen dat SGJ geleerd heeft van de in het verleden gemaakte fouten en vanuit een meer naar buiten gerichte houding bezig is met een kwaliteitsslag die ook het contact met burgers en cliënten ten goede zal komen.
