Inwoners van de gemeente Breda die zelf hun afval inleveren bij één van de milieustations wordt gevraagd zich te legitimeren met paspoort of rijbewijs én een officieel poststuk te tonen waaruit blijkt dat men in Breda woont. Het gaat de gemeente erom dat vastgesteld kan worden of de aanbieder inwoner van Breda is. Zo kan misbruik worden voorkomen. De kosten van de afvalverwerking wordt ten slotte opgebracht door de burgers van Breda, die daarvoor afvalstoffenheffing betalen. Als ook anderen van de milieustations gebruik maken, gaan de kosten voor burgers uit Breda omhoog. De controleur neemt alleen de postcode en het huisnummer op in een handcomputer. Deze gegevens worden gebruikt voor verbetering van de ophaalservice en één jaar bewaard.
De heer A. klaagt er over dat onvoldoende is gewaarborgd dat zijn persoonsgegevens alleen worden gebruikt om vast te stellen dat hij inwoner van Breda is.
De Nationale ombudsman overwoog dat men in het maatschappelijk verkeer in allerlei situaties kan worden gevraagd om zich te identificeren. Niet alleen door de overheid, maar ook door banken, bedrijven en ziekenhuizen. Het is niet altijd duidelijk waarom daarnaar wordt gevraagd en wat er met de verstrekte gegevens gebeurt. De kosten van het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval wordt via de afvalstoffenheffing opgebracht door de burgers zelf. Burgers hebben er dan ook een financieel belang bij dat hun gemeente zo efficiënt en voordelig mogelijk werkt. Vele gemeenten vragen dat men zich bij het zelf aanbieden van afval bij een milieustation legitimeert met een op grond van de wet toegelaten legitimatiebewijs, zoals paspoort, rijbewijs en afvalpas. Deze werkwijze acht het College Bescherming Persoonsgegevens acceptabel.
De Nationale ombudsman oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders in dit geval behoorlijk heeft gehandeld. Een afvalpas verschilt als controlemiddel niet wezenlijk van een officieel poststuk. Zo'n pas wordt alleen uitgegeven aan huishoudens die afvalstoffenheffing betalen. Het tonen van een brief waarop een woonadres in Breda staat maakt, in combinatie met een legitimatiebewijs, voldoende aannemelijk dat het gaat om een huishouden waarvoor afvalstoffenheffing is betaald.
Overigens merkt de ombudsman wel op dat het duidelijker was geweest als de gemeente in haar reactie op de vraag van de heer A. naar de geheimhoudingsplicht van de controleur, ook had vermeld welke gegevens worden vastgelegd en met welk doel.
Getoetst is aan het vereiste van transparantie.
De Nationale ombudsman oordeelde dat het college van burgemeester en wethouders in dit geval behoorlijk heeft gehandeld.