2012/173: Politie houdt zonder gegronde reden advocaat aan voor identificatie

Rapport

Verzoeker, die advocaat is, laat zijn aan alcohol verslaafde cliënt uitstappen in de omgeving van de dagopvang voor drugs-en alcoholverslaafden. Bij het wegrijden wordt verzoeker door ambtenaren van politie staande gehouden en gevraagd zich te legitimeren. Deze ambtenaren hielden, als ondersteuning van hun collega's die met een drugscontrole bezig waren, ter plaatse toezicht.

Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost hem zonder een geldige reden hebben staande gehouden voor identiteitscontrole.

De politie heeft de bevoegdheid om burgers te vragen zich te legitimeren als dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van de politietaak. De door de politie aangevoerde argumenten om in dit geval gebruik te maken van de bevoegdheid, bestonden eruit dat er een drugsafvangactie bij de dagopvang voor drugs- en alcoholverslaafden plaatsvond om de overlast terug te dringen, verzoeker en zijn auto onbekend waren en de ambtenaren wilden weten bij wie de hun ambtshalve bekende in de auto zat. De Nationale ombudsman komt tot de conclusie dat niet blijkt waaruit de noodzaak voor de identiteitscontrole bestond en de gegeven motivering voor de identiteitscontrole onvoldoende is. De klacht van verzoeker is gegrond wegens het niet respecteren van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.

Instantie: Regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Klacht:

verzoeker zonder geldige reden staande gehouden voor identiteitscontrole

Oordeel:

Gegrond