2012/141: Man klaagt over aanhouding, ipv legitimatiecontrole, tijdens uitvoeren van zijn werk

Rapport

Verzoeker is werkzaam als servicemonteur geldautomaten. Op 13 mei 2011 verrichte verzoeker werkzaamheden aan een geldautomaat op de Coolsingel in Rotterdam. Hij was gekleed in een spijkerbroek en een blauw t-shirt en een blauwe jas, met daarop een slecht leesbaar bedrijfslogo. Verzoeker had een stoffen tasje bij zich met daarin zijn gereedschappen. Verzoeker werd aangesproken door twee politieambtenaren, omdat de situatie verdacht op hen overkwam. Verzoeker werd aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Na een telefoontje met zijn werk, werd het de politie al snel duidelijk dat verzoeker rechtmatig zijn werkzaamheden verrichtte. Hij werd heengezonden.

Verzoeker kon begrijpen dat de politie het een verdachte situatie vond, toen ze hem met een schroevendraaier in een geldautomaat zagen rommelen. Verzoeker vind echter dat de politie met een kanon op een mug heeft geschoten, door hem aan te houden en over te brengen naar het politiebureau. Volgens verzoeker had de politie prima op straat zijn gegevens kunnen controleren. Dan waren ze er snel achter gekomen dat hij gewoon zijn werk deed. Verzoeker had dit al eerder meegemaakt. Toen was hij tijdens zijn werkzaamheden ook aangesproken door politieambtenaren. Na controle op straat kon hij toen gewoon zijn werkzaamheden hervatten.

De Nationale ombudsman vond de klacht over de politie niet terecht. De feiten en omstandigheden in dit geval waren voldoende om verzoeker aan te merken als verdachte. De Nationale ombudsman vond het niet onbegrijpelijk dat de politie de gegevens van verzoeker niet op straat heeft gecontroleerd, maar dat op het politiebureau te doen en hem hiertoe aan te houden.

Vereiste van evenredigheid.

Instantie: Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond

Klacht:

verzoeker, monteur die werkzaamheden verrichte aan een geldautomaat, onterecht aangehouden en overgebracht naar het politiebureau en vervolgens na zijn vrijlating geen excuses aangeboden en niet teruggebracht naar de plaats waar zij hem hebben aangehouden

Oordeel:

Niet gegrond