Verzoeker had geluidsoverlast van zijn buurman, die eigenaar is van een bedrijf dat skûtsje arrangementen aanbiedt. Aan de skûtsjes wordt met regelmaat geklust. Verzoeker verzocht de gemeente om hulp, maar de gemeente meende dat er sprake was van hobbymatige activiteiten aan recreatievaartuigen en geen bedrijfsmatig onderhoud. Daarmee werd de klacht van verzoeker afgedaan. Verzoeker vond dat de gemeente met twee maten mat en diende een klacht in bij de Nationale ombudsman. De gemeente herhaalde dat er geen sprake was van bedrijfsmatige activiteiten, want het betrof geen inrichting. Derhalve was de klacht van verzoeker niet behandeld als een verzoek om handhaving. De gemeente stelde dat het ging om een hobby en geen bedrijf.
De Nationale ombudsman verzocht de gemeente Súdwest-Fryslân vervolgens de klacht van verzoeker alsnog als een verzoek om handhaving te behandelen, maar de gemeenteliet de Nationale ombudsman hierop weten dat zij hadden geprobeerd een informele oplossing te vinden. Het formele traject van bezwaar en beroep zou niet zinvol zijn en tevens onnodig belastend voor verzoeker.
Verzoeker liet de Nationale ombudsman weten zich in het geheel niet serieus genomen te voelen door de gemeente. Hij had nog steeds overlast door diverse werkzaamheden die plaatsvonden aan de skûtsjes. Verder vond hij dat het niet aan de gemeente was om te bepalen of een formeel traject al dan niet belastend voor hem zou zijn.
Uit de klacht van verzoeker en de informatie van de gemeente bleek dat er regelmatig onderhoud is aan de vaartuigen van de buurman van verzoeker. Verzoeker beklaagde zich over geluidsoverlast en de gemeente constateerde dat er inderdaad werkzaamheden plaatsvinden, maar concludeerde dat het een hobby betrof en liet het daarbij. De Nationale ombudsman is van mening dat dit niet de juiste manier is van omgaan met dit conflict. De klacht van verzoeker had wel degelijk moeten worden opgepakt als een verzoek om handhaving, opdat verzoeker de mogelijkheid werd geboden nadere stappen te kunnen ondernemen.
Het handelen van de gemeente moet zich kenmerken door transparantie en onpartijdigheid. Verzoeker heeft het idee dat de gemeente gedurende de hele procedure bezig is geweest het bedrijf van zijn buurman te bevoordelen en hem daardoor te benadelen. Wanneer de gemeente alsnog in was gegaan op het verzoek, had zij deze schijn weg kunnen nemen. Door niet in te gaan op het verzoek wekt de gemeente Súdwest-Fryslân (onbewust) de schijn van partijdigheid en handelt daarmee in strijd met het vereist van fair play.
De Nationale ombudsman heeft de gemeente Súdwest-Fryslân de aanbeveling gedaan de klacht van verzoeker als een verzoek om handhaving te behandelen.