Verzoeker maakte bezwaar tegen een WIA-beoordeling door het UWV. Zijn werkgever vroeg tegelijkertijd een ontslagvergunning bij het UWV WERKbedrijf aan omdat verzoeker langdurig ziek was.
Verzoeker gaf het UWV geen toestemming om in de bezwaarprocedure medische gegevens aan zijn werkgever te verstrekken. Ook verzocht hij het UWV hem te informeren als de werkgever zich als derde belanghebbende stelde in de procedure en als er informatie naar de derde belanghebbende werd gezonden.
De werkgever stelde zich als derde belanghebbende. Het UWV zond de advocaat van de werkgever het bezwaarschrift met een medische bijlage zonder verzoeker te informeren. De advocaat gaf die informatie door aan de werkgever, die het bezwaarschrift met de medische bijlage van de werknemer vervolgens in de ontslagprocedure inbracht.
Verzoeker klaagde erover dat het UWV zijn verzoek om hem te informeren als zich een derde belanghebbende stelde en voordat er stukken naar die derde belanghebbende werden verzonden, genegeerd had. Had het UWV hem wel van te voren geïnformeerd, dan had hij zelf nog tijdig met de (gemachtigde van de) derde belanghebbende contact op kunnen nemen.
Het UWV was van mening dat aan het verzoek geen gehoor gegeven hoefde worden, omdat het UWV wettelijk verplicht was tot doorzending. Tegemoetkoming aan het verzoek zou mogelijk ook tot ongerechtvaardigde verwachtingen bij verzoeker kunnen leiden en het behandelproces van het UWV kunnen verstoren. Medische gegevens mogen in deze bezwaarprocedure ook zonder toestemming doorgezonden worden mits de geadresseerde arts of advocaat is. Het UWV had zich er van vergewist dat de geadresseerde advocaat was. Dat de advocaat de medische informatie had doorgegeven, kon het UWV niet worden toegerekend.
De Nationale ombudsman was van oordeel dat verzoeker een gerechtvaardigd belang had bij zijn verzoek. Het UWV had dan ook aan zijn verzoek gehoor moeten geven. Door dit niet te doen had het UWV het vereiste dat de overheid actief luistert naar de burger geschonden.
