Samenvatting
Verzoeker vroeg de gemeente de aanbiedingstegel voor huisvuil voor zijn woning te verplaatsen in verband met overlast. Zes jaar eerder had hij datzelfde verzoek gedaan en toen had de gemeente anderhalf jaar lang getracht tot een oplossing te komen, maar de conclusie was dat de meerderheid van de bewoners de aanbiedingstegel niet verplaatst wilden zien. Nu het verzoek opnieuw kwam, erkende een medewerker van de gemeente de overlast en liet verzoeker weten over een oplossing te zullen nadenken. Kort daarop ontvingen verzoeker en omwonenden een brief waarin werd aangekondigd dat de aanbiedingstegel zou worden verplaatst. Direct daarop werd de aanbiedingstegel verplaatst. Enkele dagen daarna kreeg verzoeker te horen dat de aanbiedingstegel weer terug geplaatst zou worden wegens klachten van omwonenden, die het niet eens waren met de verplaatsing. De gemeente liet verzoeker nog weten dat er bij het aanwijzen van de locatie zoveel mogelijk rekening was gehouden met ieders belangen, maar dat niet iedereen tevreden gesteld kon worden. Ten slotte deelde de gemeente nog mee dat het verplaatsen en weer terugplaatsen van de aanbiedingstegel binnen enkele dagen geen schoonheidsprijs verdiende. Verzoeker diende een klacht in bij de Nationale ombudsman enliet weten dat hij ontevreden was over de gang van zaken. Schriftelijk liet de gemeente de Nationale ombudsman weten dat in het verleden al eerder was besloten de aanbiedingstegel niet te verplaatsen. Toen de gemeente opnieuw het verzoek kreeg, was de medewerker die met het verzoek aan de slag ging niet bekend met dat gegeven. Er was geen dossieronderzoek gedaan.
De Nationale ombudsman oordeelde dat het standpunt van de gemeente om de aanbiedingstegel niet te verplaatsen het resultaat was van een redelijke belangenafweging. Wel had de gemeente zorgvuldiger moeten omgaan met het verzoek zodat de aanbiedingstegel ook in eerste instantie niet zou zijn verplaatst. Door deze actie, die niet het gevolg was van een zorgvuldige afweging van belangen, kreeg verzoeker onterecht de indruk dat de verplaatsing definitief was.
De situering van aanbiedplaatsen voor huisvuil levert regelmatig klachten op over de overlast die dit met zich meebrengt. Van een gemeente mag worden verwacht dat zij locaties aanwijst die zo weinig mogelijk overlast met zich meebrengen, maar het is een gegeven dat locaties door diegenen die daar direct bij in de buurt wonen anders worden gewaardeerd dan door bewoners die een dergelijke locatie niet in de nabijheid van hun woning hebben. De verplaatsing van een aanbiedplaats dient dan ook zorgvuldig te worden voorbereid..
