Verzoeker kwam op 1 januari 2011 vanuit Cuba aan op de luchthaven Schiphol.
Verzoeker klaagde over de wijze waarop hij op Schiphol door een medewerker van de Belastingdienst/Douane was bejegend. Volgens verzoeker was hij door de medewerker op een intimiderende, onheuse en onrechtmatige manier behandeld. De douanemedewerker had tevens een afgesloten halsmapje van verzoeker met persoonlijke documenten doorzocht en een privé brief van verzoeker gelezen.
De Nationale ombudsman stelde voorop dat de douanemedewerker bevoegd was om de bagage van verzoeker aan een controle te onderwerpen en hem vragen te stellen over het doel van zijn reis. Het is echter niet de taak van de douanemedewerker om onderzoek te doen naar eventuele strafbare feiten indien deze strafbare feiten geen verband houden met de invoer van goederen. Uit de klachtafhandeling was gebleken dat de douanemedewerker enkele indicaties had dat verzoeker mogelijk kinderporno bij zich had. Deze indicatoren waren dat er in de bagage van verzoeker twee bellenblazers waren aangetroffen en dat uit het paspoort van verzoeker bleek dat hij in het verleden in Thailand was geweest. Deze indicatoren waren voor de douanemedewerker aanleiding om niet alleen de bagage van verzoeker te controleren maar ook om een privé brief van verzoeker te lezen.
Door het lezen van een privé brief van verzoeker heeft de douanemedewerker gehandeld in strijd met zijn bevoegdheid en professionaliteit. De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging niet behoorlijk was.