2011/339: Beveiligingsbedrijf ontvangt boete vanwege ontbreken beveiligingsbevoegdheid medewerker

Rapport

Verzoeker is directeur van een beveiligingsbedrijf. Een medewerker van de Afd Bijzondere Wetten van de politie constateerde tijdens een bezoek in eigen tijd aan een bouwmarkt dat daar een medewerker van verzoekers bedrijf beveiligingswerkzaamheden verrichtte terwijl deze man niet het voorgeschreven V-vignet op kleding droeg. Uit het gesprek dat toen volgde kreeg de politie de indruk dat de man niet bevoegd was om beveiligingswerkzaamheden uit te voeren. De politie als toezichthouder heeft rapport hierover opgemaakt en de minister van Veiligheid en Justitie als vergunningverlener heeft het bedrijf daarna een voorwaardelijke boete opgelegd.

Verzoeker stelt dat de medewerker werkzaam was als preventiemedewerker en dat de politie hem dus ten onrechte als beveiligingsmedewerker heeft aangemerkt. Ook merkt verzoeker op dat de politie bij het onderzoek geen hoor en wederhoor heeft toegepast.

Op het moment dat de politie verzoekers medewerker aansprak droeg deze bedrijfskleding en een oortje. De medewerker zelf heeft laten weten dat hij op dat moment zijn ronde deed en geen ondersteuning van een collega had. Ook als zou moeten worden aangenomen dat de man in dienst was als preventiemedewerker betekent dit dat de man in het geval van een incident niet direct had kunnen terugvallen op een collega met beveiligingsbevoegdheid maar zelf, hoewel daartoe niet bevoegd, als beveiliger had moeten handelen. Door zijn medewerker zonder directe ondersteuning aan het werk te laten gaan, heeft verzoeker zelf een voor buitenstaanders onoverzichtelijke situatie in het leven geroepen. Dat kan de politie niet worden aangerekend

Gebleken is ook dat de politie wel hoor en wederhoor had toegepast.

Redelijkheidsvereiste en vereiste van hoor en wederhoor. Aan beide vereisten was voldaan en de klacht werd niet gegrond geacht.

Instantie: Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond

Klacht:

politieambtenaar heeft tijdens een privébezoek aan een bouwmarkt een controle uitgevoerd en in het daarvan opgemaakte rapport ten onrechte vastgelegd dat een aangetroffen medewerker van verzoekers beveiligingsbedrijf toen niet over de vereiste papieren beschikte, waardoor de bouwmarkt de overeenkomst met verzoeker heeft opgezegd

Oordeel:

Niet gegrond