Vijf dagen voor het praktijkexamen voor haar rijbewijs wordt de portemonnee van de dochter van verzoeker gestolen. Hierin zit ook haar identiteitsbewijs. Zonder een geldig identiteitsbewijs mag zij geen examen doen. Het CBR bepaalt dit in zijn examenvoorwaarden. Verzoeker stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat zijn dochter alsnog examen kan doen. Hij informeert het CBR en vraagt met een spoedprocedure een nieuw identiteitsbewijs aan bij de gemeente. Dit nieuwe identiteitsbewijs kan echter niet meer vóór het praktijkexamen worden geleverd. Verzoeker informeert het CBR hierover en laat weten als alternatief een bewijs van de spoedaanvraag, een proces-verbaal van zijn aangifte en een kopie van het gestolen identiteitsbewijs aan het CBR te kunnen overleggen. Het CBR deelt verzoeker mee dat het deze documenten niet kan accepteren. Zijn dochter mag geen examen doen.
Verzoeker diende een klacht in bij het CBR. Hij vond het begrijpelijk dat het CBR eisen stelde aan de legitimatie voor een examen, maar vond dat de houding van het CBR in zijn situatie te star was geweest. Het CBR achtte de klacht ongegrond wegens wettelijke eisen. Verzoeker wendde zich vervolgens tot de Nationale ombudsman met zijn klacht.
De Nationale ombudsman opende een onderzoek naar zijn klacht. Het CBR gaf in zijn reactie aan dat naast wettelijke eisen, ook fraude en andere ongeregeldheden bij de grote hoeveelheid praktijkexamens de reden was dat geen uitzondering werd gemaakt op de regel van het hebben van een geldig identiteitsbewijs. De Nationale ombudsman vindt dit beleid redelijk. Het CBR achtte de klacht van verzoeker alsnog gegrond omdat het de vraag was of het in de specifieke omstandigheden van verzoeker voldoende had gekeken naar een oplossing die binnen het beleid paste.
Vereiste van correcte bejegening (dienstbaarheid) - Oordeel No: niet behoorlijk.
Met instemming:
De Nationale ombudsman heeft met instemming ervan kennisgenomen dat het CBR examenkosten heeft vergoed aan verzoeker en naar aanleiding van deze klacht stappen neemt om te komen tot concrete maatregelen die ruimte bieden voor het vinden van oplossingen in daarvoor in aanmerking komende bijzondere gevallen.