2011/293: Vader klaagt dat politie arts niet raadpleegt bij insluiting en verhoor autistische zoon

Rapport

Op 7 april 2010 werden verzoeker en zijn zoon aangehouden door de politie. Verzoeker liet meerdere malen aan de politie weten dat zijn zoon autistisch is. Ook vroeg verzoeker aan de politie om medische begeleiding voor zijn zoon.

Verzoeker klaagde erover dat de politie had nagelaten om een arts te raadplegen voordat werd besloten tot het insluiten en verhoren van zijn zoon.

De Nationale ombudsman overwoog dat het op de weg van de politie lag om zo spoedig mogelijk na verzoekers mededeling dat zijn zoon autistisch was contact op te nemen met een arts om na te vragen hoe met hem moest worden omgegaan. Verder was de Nationale ombudsman van oordeel dat de politie bij de geringste aanwijzing of twijfel over de medische gesteldheid van een arrestant dient te overleggen met een arts. Hij kwam tot de conclusie dat de politie het vereiste van bijzondere zorg had geschonden.

De Nationale ombudsman gaf de korpsbeheerder in overweging om te bevorderen dat in voorschriften wordt opgenomen dat de politie zo spoedig mogelijk een arts om advies vraagt, indien er een aanwijzing is dat een arrestant autistisch is en binnen het korps geen specifieke voorschriften zijn over hoe moet worden omgegaan met autistische personen.

Instantie: Regiopolitie Noord-Holland Noord

Klacht:

nagelaten om een arts te raadplegen voordat werd besloten tot het insluiten en verhoren van de zoon van verzoeker, die lijdt aan het syndroom van Asperger

Oordeel:

Gegrond