2011/247: Rijinstructrice klaagt over klachtbehandeling CBR inzake zakken leerlinge voor rijexamen

Rapport

De leerlinge van een rijinstructrice was gezakt voor haar rijexamen. De rijinstructrice had samen met haar leerlinge een klacht bij het CBR ingediend over dit examen. Zij waren van mening dat de examinator haar leerlinge onterecht had laten zakken. Het CBR concludeerde dat het examen terecht als onvoldoende was beoordeeld. De rijinstructrice wendde zich vervolgens tot de Nationale ombudsman met haar klacht.De rijinstructrice klaagt erover dat de examinator van het CBR het rijexamen van haar leerlinge als onvoldoende heeft beoordeeld. Daarnaast klaagt zij over de manier waarop het CBR haar klacht heeft afgehandeld. Zij merkt op dat de klachtafhandelingsbrief van het CBR onwaarheden bevat en dat haar leerlinge niet is gehoord.Het eerste klachtonderdeel is getoetst aan het redelijkheidsvereiste. De Nationale ombudsman oordeelde de onderzochte gedraging van het CBR op dit punt behoorlijk. Bij een verschil van mening over de beoordeling van een rijexamen wordt in beginsel uitgegaan van het oordeel van de examinator. De Nationale ombudsman kan de juistheid van dat oordeel alleen marginaal toetsen. Dat betekent dat hij slechts bekijkt of de beslissing aanvaardbaar is. De Nationale ombudsman ziet op basis van de motivering van de examinator en de verdere feiten en omstandigheden geen aanleiding om het besluit van de examinator niet redelijk te achten.Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel is getoetst aan het vereiste van hoor en wederhoor. Het CBR en de rijinstructrice hebben allebei een andere visie op hetgeen er is besproken tijdens de behandeling van de klacht door het CBR. Voor de Nationale ombudsman valt niet vast te stellen wat er precies is gezegd. Omdat het CBR de leerlinge van de rijinstructrice niet heeft gehoord tijdens de klachtafhandelingsprocedure heeft het CBR gehandeld in strijd met het vereiste van hoor en wederhoor.

Instantie: Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Klacht:

verzoekster niet in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Klacht:

beoordeling van het examen

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Klacht:

onwaarheden vermeld in de klachtafhandelingsbrief

Oordeel:

Geen oordeel