Een inwoner van de gemeente Zaltbommel ondervindt al jaren overlast van hondenpoep. De gemeente zou hem meermalen hebben beloofd te komen kijken en naar een oplossing te zoeken. Bij de Nationale ombudsman klaagde hij er over dat de gemeente zich onvoldoende had ingespannen om een oplossing te realiseren.
De Nationale ombudsman stelde vast dat de gemeente zich actief had opgesteld. Verzoeker had contact gehad met verschillende wethouders, men bekeek de situatie ter plekke en er zijn diverse opties besproken om de overlast terug te dringen. Tijdens een gesprek op 28 juni 2010 was echter al bekend dat de gemeenteraad eerder had besloten geen extra geld meer beschikbaar te stellen voor de bestrijding van overlast door hondenpoep. Omdat er daarom geen aanpassingen of structurele oplossing gerealiseerd konden worden was het naar de mening van de Nationale ombudsman beter geweest om al tijdens dit gesprek duidelijkheid te geven over het standpunt van de gemeenteraad en het ontbreken van financiële middelen.
De Nationale ombudsman oordeelde dat in de onderhavige situatie met verzoeker is gesproken over de (on-)mogelijkheden van aanvullende maatregelen. Tevens is ingegaan op de verschillende factoren en belangen. Het college concludeerde dat er, rekening houdend met al die factoren en belangen, geen mogelijkheden waren om tot een oplossing te komen. Door na deze belangenafweging tot deze conclusie te komen handelde het gemeentebestuur naar het oordeel van de Nationale ombudsman in overeenstemming met het redelijkheidsvereiste.