Verzoekers wilden een nieuwe boot laten bouwen. Verzoekers moesten voor de bouw van de boot een bedrag aanbetalen. Dit bedrag zouden zij kwijt zijn bij een eventueel faillissement van de bouwende werf (dit zou, zoals dat heet, in de faillissementsboedel vallen). Verzoekers hebben onderzoek gedaan of er mogelijkheden waren om zich hiertegen te beschermen. In een folder van het Kadaster stond dat door het schip te laten registreren en te laten brandmerken verzoekers beschermd zouden zijn bij een eventueel faillissement. Dit hebben verzoekers dan ook gedaan. Toen de bouwende werf failliet ging, bleek dat verzoekers het aanbetaalde bedrag kwijt waren, doordat het toch in de faillissementsboedel viel. Het Kadaster geeft toe dat zij verzoekers onjuist heeft geïnformeerd maar weigert schadevergoeding uit te keren. Dit laatste punt wordt door de advocaat van het Kadaster met tal van juridische argumenten onderbouwd.
Verzoekers klagen er over dat het Kadaster hen onjuist heeft geïnformeerd over de bescherming van een boot in aanbouw in geval van faillissement van de bouwende werf, indien de boot wordt geregistreerd en gebrandmerkt door het Kadaster. Daarnaast klagen verzoekers er over dat het Kadaster volledig juridisch heeft gereageerd op hun verzoek om schadevergoeding.
Het Kadaster heeft verzoekers onjuist geïnformeerd. Dit heeft het Kadaster zelf in brieven ook al aangegeven en heeft daarvoor excuses aangeboden. De schade willen zij niet vergoeden. Voor de Nationale ombudsman staat vast dat het Kadaster verzoekers onjuist heeft geïnformeerd. In dat licht had het Kadaster met verzoekers om de tafel moeten gaan zitten om met hen over een eventuele schadevergoeding te praten. Het zuiver juridisch de schade afwijzen is niet behoorlijk.
Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking en het redelijkheidsvereiste.
Het Kadaster heeft aangegeven dat zij bereid is om met verzoekers in gesprek te gaan om de mogelijkheden van een schikking af te tasten. Dit wordt door de Nationale ombudsman ook aanbevolen.
